Nieuw Nederlands KGT 2 Thema C Kunst Par. 4

Welkom!
Op tafel heb je liggen:
  • Laptop: klaar om van start te     gaan. (Magister -> Leermiddelen -> Nieuw Nederlands klas 2 KGT)

  • Boek Nieuw Nederlands
  • Schrift met etui
  • Ga naar www.lessonup.app
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Op tafel heb je liggen:
  • Laptop: klaar om van start te     gaan. (Magister -> Leermiddelen -> Nieuw Nederlands klas 2 KGT)

  • Boek Nieuw Nederlands
  • Schrift met etui
  • Ga naar www.lessonup.app

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • § 4 Meningen beoordelen: Je leert meningen beoordelen.
  • Je kunt: aantekeningen maken bij een tekst en hoofd- en bijzaken onderscheiden in een tekst.
  • Thema C Kunst: Huiswerk gemaakt?
  • Klassikaal opdrachten
  • Tijd over? Start met het huiswerk
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

§ 4 Meningen beoordelen
Mensen geven over allerlei zaken hun mening, zowel on- als offline. Als je zelf een mening wilt vormen, is het goed om naar een ander te luisteren. Je moet dan wel weten waar je op moet letten bij het beoordelen van de mening van een ander.

Slide 3 - Slide

§ 4 Meningen beoordelen
Zo beoordeel je de mening van een ander
  • Let op de inhoud. Brengt de spreker zijn mening duidelijk onder woorden? Geeft hij goede argumenten voor zijn mening?
  • Heeft de spreker verstand van het onderwerp? Iemand die door zijn studie of baan veel over het onderwerp weet, kan zijn mening duidelijk maken met behulp van feiten en ervaringen.

Slide 4 - Slide

Feit, mening, standpunt en argument
Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt of hoe iemand ergens over denkt.
Met een mening of standpunt kun je het eens of oneens zijn. Je herkent een mening aan woorden als ik vind en volgens mij. Bijvoorbeeld: Ik vind voetbal de leukste sport die er is.

Slide 5 - Slide

 Feit, mening, standpunt en argument
Als je uitlegt waaróm je een bepaalde mening hebt of als je een mening wilt verdedigen, gebruik je een argument
Een argument herken je aan woorden als want, omdat, namelijk en immers

Bijvoorbeeld: Ik vind voetbal de leukste sport die er is (mening), want ik houd van sporten met een bal en van sporten waarbij je moet samenwerken (twee argumenten).

Slide 6 - Slide

Feit, mening, standpunt en argument

Zelf aan de slag met feiten, meningen, standpunten en argumenten

Soms hoor je iets waarvan je denkt: daar ben ik het helemaal niet mee eens! Of: ja, dat vind ik nou ook! Het is belangrijk dat je goed kunt luisteren naar anderen en dan op een duidelijke manier kunt uitleggen wat jij vindt én waarom je dat vindt.

Slide 7 - Slide

Zelf aan de slag met feiten, meningen, standpunten en argumenten

Zo overtuig je:

  • Zorg ervoor dat je begint met het duidelijk noemen van je mening. Gebruik hiervoor woorden als: Ik vind …, Mijn mening is …, Volgens mij …
  • Geef argumenten voor jouw mening. Gebruik hiervoor woorden als omdat, want, namelijk.
  • Gebruik feiten die bij jouw mening passen en noem ook waar je deze feiten vandaan hebt. Zo weet je publiek dat wat je vertelt waar is.

Slide 8 - Slide

Feit
Mening
Argument
Mevrouw Van der Heijden vindt klas 2D een leuke klas.
want de klas doet altijd enthousiast mee.
Klas 2D heeft nu Nederlands.

Slide 9 - Drag question

Mening 
Feit
Argument
Ik vind volleybal een leuke sport. 
Sporten is gezond.
Want dat voert stresshormonen af. 

Slide 10 - Drag question

Dat wat je van iets vindt
Een reden waarom
Is echt waar of echt gebeurd 
Feit
Mening
Argument

Slide 11 - Drag question

§ 4 Meningen beoordelen
Lees vraag 1 tot en met 8. Bekijk daarna het filmpje van RTV Rijnmond. Maak aantekeningen tijdens het kijken.

Slide 12 - Slide

§ 4 Meningen beoordelen
  1. Wat is het onderwerp van het fragment?
  2. Welk argument van een spreker die voor het kunstwerk is, vind jij het beste?
  3. Ieder ding in Rotterdam is spectaculair, dit ook.
  4. Het plein mag wel wat worden opgeleukt.
  5. Leg je antwoord op vraag 2 uit.
  6. Welk argument van een spreker die tegen het kunstwerk is, vind jij het beste?
  7. Het moet niet te vol worden op het mooie plein.
  8. Het plein is prachtig door het vrije zicht op het station.
  9. Leg je antwoord op vraag 4 uit.
  10. Waarom past de trap beter bij Rotterdam?
  11. Welke oplossing heeft Miniworld Rotterdam voor de overbodige miniwereldbollen?
  12. Wat vind jij van de wereldbollen? Leg je antwoord uit met ten minste één argument.

Slide 13 - Slide

Aan de slag met het
huiswerk
Leerdoel: 
Je leert meningen beoordelen.


Thema C Kunst
§ 4 Meningen beoordelen
opdrachten 
2 en 3


Slide 14 - Slide

Fijne dag & tot de volgende les!
Pak je tas weer in &
blijf zitten tot de bel gaat.

Slide 15 - Slide