Les 4 'leiding geven'

Welkom
- 'Leidinggeven lunch'
- Komende 4 periodes
- Periode 1 & 2 > theorie en voorbereiding
- Periode 3 & 4  > Examen doen

1 / 37
next
Slide 1: Slide
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Welkom
- 'Leidinggeven lunch'
- Komende 4 periodes
- Periode 1 & 2 > theorie en voorbereiding
- Periode 3 & 4  > Examen doen

Slide 1 - Slide

Les 5
Wat gaan we doen?
Periode 1&2  theorie en oefenen
Periode 3&4 examen afleggen, een week lang in de keuken

Examen:
Begeleidt en stuurt medewerkers aan
(P2- K2- W1, W2 en W3)

Slide 2 - Slide

Les 5
Terugblik, waar hebben we het vorige week over gehad?


Slide 3 - Slide

Bij deze manier van leidinggeven ga je op zoek naar overeenstemming bij alle betrokkenen:
A
Autoritair leiderschap
B
Laisser-Faire
C
Participerend leiderschap
D
Consulterend leiderschap

Slide 4 - Quiz

Een leider die het alleen voor het zeggen wil hebben heeft de leiderschapsstijl?
A
Consulterend
B
Laisser-faire
C
Autoritair
D
Participerend

Slide 5 - Quiz

H3 Leidinggeven aan een medewerker
In dit hoofdstuk bespreken we:
  • Communicatieve vaardigheden
  • Inlevingsvermogen
  • Conflicthantering
  • Opdrachten en instructies geven
  • Motiveren van medewerkers
  • Controleren van medewerkers


Slide 6 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Communicatieve vaardigheden

  • Verbale communicatie > met woorden
  • Non-verbale communicatie > zonder woorden




Slide 7 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Foutje..

Slide 8 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Bedrijfsprocedures = standaardbeschrijvingen van werkwijzen in een organisatie of bedrijf.

Deze gaan o.a. over:
  • Ontvangst (formeel of informeel)
  • Problemen ( volgens protocol of vrijheid)

Slide 9 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Bedrijfsregels = voorschriften waar medewerkers zich aan moeten houden.

Deze gaan o.a. over:
  • Werkkleding
  • Houding
  • Verzorging
  • Werktijden

Slide 10 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker

Inlevingsvermogen = je kunt je inleven in gevoelens en gedragingen van medewerkers.
Rekening houden met:
  • Taalgebruik
  • Kleding
  • Het bedrijfsbelang
  • Prioriteiten stellen
  • Hoofd- en bijzaken

Slide 11 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Maken opdrachten 3.01 t/m 3.05

Slide 12 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Conflict 


Wat is een conflict?

Slide 13 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Conflict 


Er is sprake van een conflict als belangen, rollen of opvattingen van verschillende partijen onverenigbaar zijn. 
Kortom, partijen kunnen het niet met elkaar eens worden

Slide 14 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Nadelen van een conflict:
  • Kunnen verlammend werken
  • Destructief
  • Scheppen een negatieve sfeer
Voordelen van een conflict:
  • Leiden tot verandering en/of vernieuwing
  • Nieuwe denkpaden
  • Creativiteit wordt gestimuleerd

Slide 15 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Conflicthantering

Probleemoplossende gesprekken volgens de volgende stappen:
  • Bespreek en verken het probleem
  • Inventariseren van mogelijke oplossingen
  • Kies de beste oplossing
  • Voer de oplossing uit

Slide 16 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Soorten conflicten:

  • Communicatieconflicten
  • Belangenconflicten
  • Waarden- en normenconflicten
  • Emotionele conflicten

Slide 17 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Maken opdracht 3.06

Slide 18 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Opdrachten geven:
Enkelvoudige opdrachten
  • Wordt verteld welk doel bereikt moet worden
  • Veel vrijheid voor de medewerker
Samengestelde opdrachten
  • Wordt gedetailleerd verteld wat er moet gebeuren en welk doel bereikt moet worden.
  • Weinig vrijheid voor de medewerker. 

Slide 19 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Opdrachten en instructies geven

'Bak een ei'  is niet voldoende als je wilt dat het ei in roomboter met de sunny side up moet worden gebakken.

Slide 20 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Opdracht 

Maak 4 groepjes (5/6 studenten)
De eerste naam krijgt een kaartje met een zin erop.
fluister de boodschap naar nummer 2 enz. 

De laatste moet de instructie uitvoeren!

Slide 21 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Waar moet je aan denken als je een instructie geeft?
  • Welke kennis/vaardigheden is/zijn reeds aanwezig bij de medewerker (beginsituatie).
  • Wanneer moet de instructie plaatsvinden (tijdstip).
  • Waar moet de instructie plaats vinden (plaats).
  • Welke materialen heb je nodig bij de instructie.
  • Welke volgorde in handelingen pas je toe bij de instructie.
  • Wat wil ik de persoon leren.
  • Hoe leert de in te werken persoon. 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Welk woord gebruik je in een instructie
A
Waarom
B
Pak . . .
C
Leg ...... neer
D
Wat

Slide 24 - Quiz

Als je een instructie geeft gebruik je lange zinnen met veel woorden.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 25 - Quiz

Wat is het belangrijkste doel van instructie geven?
A
Begrijpen en onthouden van informatie
B
Geven van productinformatie
C
Iets vertellen
D
Uitleg geven

Slide 26 - Quiz

Oefening instructie geven
1. Stukje tekst voorlezen
2. Waar gaat het over?
3. Nog een keer voorlezen
4. Uitleg 'kapstok'
5. Oefening 3 proefpersonen
6. Analyse 

Slide 27 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Maken opdracht 3.11

Slide 28 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Motiveren van medewerkers

Voordelen gemotiveerde medewerkers:
  1. Zorgen voor betere kwaliteit, omdat ze hun werk graag goed doen.
  2. Werken harder en zorgen dus voor hogere productie.
  3. Gaan minder snel op zoek naar een andere baan.
  4. Dragen bij aan een lager personeelsverloop.

Slide 29 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Motivatietheorie van Maslov

Slide 30 - Slide

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Motivatietheorie van Herzberg
Onderscheidt twee factoren die een verschillende rol spelen bij motivatie:

Intrinsieke motivatie (satisfiers) > motivatie uit zichzelf
Extrinsieke motivatie (dissatisfiers) > motivatie van buitenaf

Slide 31 - Slide

'Tell Sell' demonstratie opdracht 

- Maak tweetallen
- Ga op zoek naar een huishoudelijk apparaat of attribuut
- Schrijf een instructie over hoe het apparaat werkt en wat je er mee kunt
- Demonstreer het apparaat/doe voor en leg uit
- Verzin eventueel een pakkende naam (gebruik je fantasie)
- Presenteer dit als duo aan de klas (11 oktober)

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

H3 Leidinggeven aan een medewerker
Maken opdracht 3.16 t/m 3.23  

Niet af? Thuis verder




Slide 36 - Slide


Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll