1) Wat is een parodie? Noem een voorbeeld.
2) Kies één van je boeken. Wat kun je vertellen over de schrijfstijl. Benoem minimaal twee kenmerken.
3) Kies één van je boeken. Wat was je verwachting voordat je aan het boek begon en is die verwachting uitgekomen?
4) Kies uit elk boek je favoriete personage en leg uit waarom. Leg ook uit wat de overeenkomst is tussen de personages of juist de verschillen.
5) Leg uit wat een wisselend perspectief is.