Examencarrousel Talen - Maart 2024

Examencarrousel - Talen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsFrans+2Middelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Examencarrousel - Talen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Onderschat de talen niet

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiding
- Neem mee: pennen, liniaal en ook markeerstiften
- Let op in de les tijdens de uitleg van strategieën 
- Lees ook andere bronnen: (online) kranten, (online) tijdschriften, blogs: actuele onderwerpen
- Oefenen oefenen oefenen:
www.examenblad.nl  www.examenflow.nl 
-Koop een examenbundel of gebruik de uitgedeelde boekjes

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Aanpak
- Voor elke soort vraag is een andere strategie nodig,
deze worden in de lessen besproken
- Bepaal of je begint bij de tekst (Ne+snelle lezers) of bij de  vragen
- Bekijk de tekst en let op bijzonderheden (plaatjes, dik/schuingedrukt, etc.)
- Kijk naar de vraag wat je precies moet lezen en waar
- Schrijf op de toets: markeren, onderstrepen, vertalingen, etc. 
- De teksten bestaan uit verschillende niveaus: */**/***. In het midden zitten de moeilijkste teksten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire
Een goede woordenschat is nodig om teksten te kunnen begrijpen. 
- Vergroot je woordenschat: leer het examenidioom
Weet je een woord niet?:
- Gebruik je woordraadstrategieën (context, stukje woord, andere taal)
- Nog steeds geen idee? = zoek het op in het woordenboek

Let op: een woordenboek is een hulpmiddel, het gaat om jouw woordenschat
Je moet oefenen met het gebruiken van een woordenboek

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zoek het op
effet de serre

Slide 8 - Slide

broeikaseffect

Zoek het op
littoral

Slide 9 - Slide

kust(streek)
Zoek het op

à haute voix

Slide 10 - Slide

hardop
Zoek het op

entrer en scéne

Slide 11 - Slide

ten tonele verschijnen (=opkomen/ verschijnen)