H4 Opdracht 43

• Nederlands
• ISK

Opdracht 43

Herhaling

Vocabulaire Hoofdstuk 4

Preposities

Welke preposities ken je?

Klagen ...

1. op
2. over
3. in
4. met

hulp geven ...

1. aan
2. voor
3. met
4. tegen

doorstromen ...

1. tegen
2. over
3. op
4. naar

afkomstig zijn ...

1. van
2. uit
3. voor
4. onder

zich aanpassen ...

1. voor
2. tot
3. op
4. aan

Preposities

Welke is fout?

Welke is fout?

1. recht hebben op
2. overschakelen op
3. doorstromen naar
4. klagen op

Welke is fout?

1. kiezen voor
2. inspelen voor
3. omgaan met
4. in aanraking komen met

Welke is fout?

1. trots zijn op
2. hulp geven aan
3. profiteren van
4. wijden onder

Wat is het verschil tussen
Mopperen op
en
Mopperen over?

Vocabulaire 1

De opvatting

1. De inrichting
2. De mening
3. Het standpunt
4. De samenvatting

Geruime tijd

1. Ongeveer vijf minuten
2. Er is tijd genoeg
3. Zaken uit het verleden
4. Al wat langer

Mede

1. ook
2. inzet
3. speciaal soort wijn
4. niet

Wat past het best?
De ... van de Nederlandse bevolking heeft tijdens de verkiezingen een stem op een rechtse partij uitgebracht.

1. behandeling
2. eis
3. meerderheid
4. opvatting

Schrijf een zin van minimaal zeven woorden. Gebruik het woord 'inrichten'.

Schrijf een zin van minimaal negen woorden. Gebruik de woordgroep 'te pas en te onpas'

Zijn er nog woorden die in deze les aan bod gekomen, waarvan je de betekenis niet weet?

Deze LessonUp was voor mij

zeer nuttig

nuttig

overbodig

zeer overbodig