2H thema 2 BS 3 verteren

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

De organen voor vertering

Havo 2

Thema 2

BS 3

Leerdoelen en programma

• Wat is de functie van de mondholte, keelholte en slokdarm bij de vertering?
• Wat is de functie van de maag, twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier? 
• Welke voedingsstoffen worden waar verteerd?

Programma:

1. Vragen vorige les
2. HW bespreken
3. Filmpje (5 min)
4. Opdr. 3 samen
5. Afsluiting

Hoe heet deel 1?

1. Alvleesklier
2. Mondholte
3. Slokdarm
4. Speekselklier

Hoe heet deel 7?

1. Alvleesklier
2. Twaalfvingerige darm
3. Lever
4. Dunne darm

Wat zorgt ervoor dat de darm plaatselijk en tijdelijk korter wordt?

1. De lengtespieren
2. De kringspieren
3. De darmwand
4. De slijmlaag

Welke voedingsstof wordt in de mondholte verteerd?

1. Eiwit
2. Zetmeel (koolhydraat)
3. Vet
4. Glucose (koolhydraat)

Bespreken opdracht 3 en 8

Keelholte en strottenhoofd

BS 3 organen van de vertering

Opdr. 3 tijdens uitleg invullen

Vandaag:

• mondholte, keelholte en 

slokdarm.

• Maag
• Twaalfvingerige darm, 

lever, galblaas en alvleesklier

Mondholte

• Tanden voor mechanische vertering
• Speekselklieren produceren speeksel
• Speeksel: water, slijm en amylase (enzym)
• Amylase begint vertering zetmeel (koolhydraat) naar glucose
• Slijm in speeksel zorgt voor 'glijden' van voedselbrok door keelholte en slokdarm

Maag

• Maagsapklieren in de maagwand produceren maagsap
• Maagsap: water, zoutzuur (maagzuur) en pepsine (enzym)
• Maagzuur: doodt ziekteverwekkers in het eten
•  Pepsine verteert eiwitten
• Maag kneed voedselbrij
• Voedsel verlaat de maag via maagportier

Twaalfvingerige darm

• Lever produceert gal, dit wordt opgeslagen in de galblaas (= opslagplaats!)
• Gal verkleint grote vetdruppels (=geen vertering!)
• Dit zorgt voor oppervlaktevergroting --> snellere vertering
• Alvleesklier produceert alvleessap
• Alvleessap: water met verschillende enzymen
• Vertering van eiwitten, vetten en koolhydraten

Welk orgaan produceert gal?

1. De alvleesklier
2. De galblaas
3. De lever
4. De twaalfvingerige darm

Benoem de onderdelen

1. nr. 8 de lever nr. 3 de alvleesklier
2. nr. 5 dikke darm nr. 6 de appendix
3. nr. 3 de endeldarm nr. 5 de twaalfvingerige darm
4. nr. 8 de galblaas nr. 6 de alvleesklier

Op volgorde
nr. 4, nr. 5 en nr. 8:

1. 4. lever, 5. maag, 8. luchtpijp
2. 4. maag, 5. lever, 8. luchtpijp
3. 4. maag, 5. lever, 8. slokdarm
4. 4. lever, 5. maag, 8. slokdarm

Welke voedingsstof(fen) wordt/worden in de maag verteerd?

1. Eiwitten en vetten
2. Koolhydraten
3. Eiwitten
4. Koolhydraten en vetten

Zelf werken

Lezen:

• BS 3 blz. 104 en 105

Maken:

• BS 3 opdr. 1 volledig af!, 5, 6
• Oefening spijsvertering A 1 t/m 5