We gaan een nieuw tekstverband leren: Tijdsvolgorde!
Dit verband geeft aan in welke volgorde gebeurtenissen plaatsvinden.
De signaalwoorden die bij dit verband horen zijn:
eerst, daarna, voordat, nadat, toen, terwijl, zodra, ten slotte.
Voorbeeld: Terwijl Tanja naar school fiets, verliest ze haar telefoon.