Algemene spelling - meervouden en verkleinwoorden

Algemene spelling - meervouden en verkleinwoorden
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Algemene spelling - meervouden en verkleinwoorden

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Ik weet hoe ik de meervouden en verkleinwoorden moet spellen van woorden die eindigen op een klinker (a, e, o, u, i of y).

Slide 2 - Slide

20 maart is de toets

Slide 3 - Slide

Huiswerk vorige keer bespreken

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is het meervoud van fiets?

Slide 6 - Open question

Wat is het verkleinwoord van kast?

Slide 7 - Open question

Wat is het meervoud van code?

Slide 8 - Open question

Wat is het verkleinwoord van bloem?

Slide 9 - Open question

Meervouden
Een meervoud maak je vaak door een -s of -en achter een woord te zetten, maar...

Slide 10 - Slide

Meervouden en verkleinwoorden op klinkers
Bij dubbelklanken en korte klanken is er geen uitspraakprobleem als je er letters achter zet:
Miloutje, codes, cadeautje, cadeaus, sprays.


Slide 11 - Slide

Meervouden
en verkleinwoorden op klinkers
Bij de meeste lange klanken ontstaat er wel een uitspraakprobleem als je er letters achter zet:
daarom: opaatje, Theo's boek, parapluutje, taxi's. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat is het meervoud van bureau?

Slide 14 - Open question

Wat is het verkleinwoord van bureau?

Slide 15 - Open question

De kinderen krijgen van Sinterklaas ......... (cadeau).

Slide 16 - Open question

Wat is het meervoud van lolly?

Slide 17 - Open question

Wat is het meervoud van radio?

Slide 18 - Open question

Wat is het verkleinwoord van iglo?

Slide 19 - Open question

Wat is het verkleinwoord van pizza?

Slide 20 - Open question

Zelf verder oefenen
Blink spellingapp (dus niet werkwoordspelling) en dan lange en korte klanken.

Slide 21 - Slide

Exit ticket
Leg uit waar de apostrof (') bij meervouden en de verdubbeling van de klinker (a--> aa) bij verkleinwoorden voor nodig is.

Slide 22 - Slide