samenvatting

Planning
samenvatting
pantomime
komparatief
woorden zoeken

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecondary Education

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Planning
samenvatting
pantomime
komparatief
woorden zoeken

Slide 1 - Slide

1. In zwei Wochen kaufe ich mir ein neues Fahrrad.
A
Zijn+ aan het +infinitief
B
Futur
C
Komparativ

Slide 2 - Quiz

2. Sie schreibt gerade einen Brief.
A
Zijn+ aan het +infinitief
B
Futur
C
Komparativ

Slide 3 - Quiz

3. Äpfel sind teurer als Bananen, aber schmecken genauso gut.
A
Zijn+ aan het +infinitief
B
Futur
C
Komparativ

Slide 4 - Quiz

Vertalen
1. In zwei Wochen kaufe ich mir ein neues Fahrrad.
2. Sie schreibt gerade einen Brief.
3. Äpfel sind teurer als Bananen, aber schmecken genauso gut. 

Slide 5 - Slide

Schrijf 5 zinnen
Zijn+ aan het + infinitief

bijvoorbeeld: Ik ben aan het zwemmen

Slide 6 - Slide

Maak groepjes van 4

Slide 7 - Slide

Pantomime
Wat ben je aan het doen?

Slide 8 - Slide

Beeld de Komparatief

Slide 9 - Slide

groot

Slide 10 - Open question

goed

Slide 11 - Open question

lief

Slide 12 - Open question

slecht

Slide 13 - Open question

mooi

Slide 14 - Open question

dan of even ... als?

Slide 15 - Slide

Ik ben ... groot ... Taylor Swift.

Slide 16 - Open question

Jij kan beter voetballen ... ik

Slide 17 - Open question

Wij hebben meer huiswerk ... de andere klas.

Slide 18 - Open question

Ik vindt scheikunde ... interessant ... wiskunde.

Slide 19 - Open question

woorden zoeken

Slide 20 - Slide