Woordenschat H2 - les 1

woordenschat
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

woordenschat

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?      
  • boekpromotie
  • uitleg vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen
  • boekopdracht
  • zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Woordenschat H2
doel:
  • Ik kan vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.

Slide 4 - Slide

voorzetsels 
Kleine woordjes die je voor ... de kast of ... de vakantie kunt plaatsen.

Slide 5 - Slide

startopdracht
Maak onderstaande zinnen eenvoudiger door vetgedrukt woorden te vervangen door één woord.

-De voordelen van kleedgeld zal ik toelichten aan de hand van een voorbeeld.

-Vroeger beslisten mijn ouders over onze vakantiebestemming, maar na verloop van een aantal jaren mochten wij daarover meepraten.

Slide 6 - Slide

vaste voorzetsels
Bij:
-werkwoorden: kennismaken met, afhangen van
-combinaties zelfstandig naamwoord + werkwoord:
   bezwaar hebben tegen, gebrek hebben aan
-combinaties bijvoeglijk naamwoord + werkwoord:
  dol zijn op, bang zijn voor, blij zijn met

Slide 7 - Slide

Let op:
Betekenis kan soms veranderen:
-Op de basisschool leer je rekenen. (=sommen maken).
-Wij rekenen op jullie medewerking. (=vertrouwen op)

Slide 8 - Slide

voorzetseluitdrukkingen
Woordcombinaties als door middel van, in verband met, aan de hand van, met behulp van.

Kun je vaak vervangen door één voorzetsel:
door middel van -> door/met
in verband met -> wegens/door

Slide 9 - Slide

zelfstandig werken
weektaak: 
H3 Woordenschat  maken opdracht 1 t/m 4
Klaar? -> boekopdracht
          -> SpelHelden
let op: dinsdag 15 december
toets H1-H3:  spelling, woordenschat, formuleren

Slide 10 - Slide

meer uitleg?
Zie video-uitleg in de online omgeving van Nieuw Nederlands.

Slide 11 - Slide

Woordenschat H2
doel:
  • Ik kan vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.

Slide 12 - Slide