We weten dat met een schoonmaakmiddel van alles is schoon te maken. Maar dat is niet het enige waar een schoonmaakmiddel invloed op heeft.
Zeep bijvoorbeeld kan op nog meer dingen een werking hebben, zoals op de volgende slide waar een schaatsenrijdertje te zien is. Het schaatsenrijdertje kan over het water lopen. Als je goed kijkt lijkt het net of het oppervlak van het water (de bovenkant) een vliesje vormt waarover het schaatsenrijdertje loopt.
Het blijkt dat als het water te veel vervuild is of als er zeep in het water zit, dit niet meer lukt. Hoe kan dat? Dat gaan we in deze paragraaf onder andere onderzoeken.
Om deze vraag te beantwoorden doen wij allereerst enige proefjes. Voer die voorzichtig uit en beschrijf in deze lessonup wat er gebeurt.
Voor dit practicum heb je nodig:
Water, punaises, glas, muntstuk, zeep (liefst afwasmiddel), papier, schaar, pipet (of tandenstoker), potlood, bord, boter