T2 Lezen hoofdstuk 4

Lezen hoofdstuk 4
Feiten, meningen en argumenten. 
blz. 90-95.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen hoofdstuk 4
Feiten, meningen en argumenten. 
blz. 90-95.

Slide 1 - Slide

Een feit moet controleerbaar zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Signaalwoorden voor een mening of standpunt zijn: want, immers, namelijk en omdat.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Feit of mening?
Voetbal is de populairste sport in Nederland.
A
feit
B
mening

Slide 4 - Quiz

Feit of mening?
Het is lekker weer buiten.
A
feit
B
mening

Slide 5 - Quiz

Feit of mening.
Iedereen die met illegaal vuurwerk speelt, verliest een hand.
A
feit
B
mening

Slide 6 - Quiz

Nakijken opdracht 1
Luister goed mee en verbeter in je schrift!

Slide 7 - Slide

We lezen nu samen tekst 5
'Dierentuinen moeten verboden worden' 
bladzijde 94-95

Slide 8 - Slide

Dierentuinen moeten verboden worden.
eens
oneens

Slide 9 - Poll

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
dierentuinen moeten verboden worden
B
het nieuwe plan van de Partij voor de dieren
C
nadelen van dierentuinen
D
de schoonheid van de natuur

Slide 10 - Quiz

Welke twee argumenten tegen fokprogramma's vind je in de tekst? 
argumenten

Fokprogramma's worden uitgevoerd om bedreigde diersoorten in stand te houden

fokprogramma's werken niet. 

dierentuinen gebruiken pasgeboren dieren alleen maar om extra bezoekers te trekken. 

Parken moeten in hun huidige vorm stoppen. 

Dierentuinen moeten een tijdelijke opvang worden voor dieren die niet in het wild kunnen leven. 

Slide 11 - Drag question

Hoe noemt de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen het plan op een dierentuinenverbod?

Slide 12 - Open question

Hoeveel argumenten geeft de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen in alinea 4 voor haar mening?

Slide 13 - Open question

Welk signaalwoord voor een argument kondigt de argumenten aan in alinea 4?

Slide 14 - Open question

Dierentuinen moeten verboden worden.
Wie vindt dat?
A
alle mensen in Nederland
B
de Partij voor de Dieren
C
de schrijver van de tekst
D
de Tweede kamer

Slide 15 - Quiz

Wat is het doel van deze tekst?
A
De lezer overtuigen dat dierentuinen open moeten blijven.
B
De lezer overtuigen dat dierentuinen verkeerd zijn.
C
De lezer informeren over de plannen van de PvdD.
D
De lezer informeren over de voor- en nadelen van dierentuinen.

Slide 16 - Quiz

Geeft de titel van de tekst de hoofdgedachte neer? Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open question

Nu zelf aan de slag
Jullie lezen zelf tekst 2 en maken opdracht 2. 
Kijk bij het maken van de vragen goed naar de theorie van Lezen hoofdstuk 3 en 4.
Volgende week dinsdag laat ik jullie dit weer inleveren. 

Slide 18 - Slide