This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
= Weefselvloeistof + bloedplasma
Het inwendige milieu moet constant van samenstelling blijven.
Dit wordt constant gehouden door opname, opslag en uitscheiding van stoffen uit het uitwendige milieu
Darmen: het opnemen van voedingsstoffen
Longen: het opnemen van zuurstof
Lever: opslag van glucose, mineralen en vitamines
Spieren: opslag van glucose
De huid: opslag van vet in het onderhuids bindweefsel
Beenmerg: opslag van vet in het gele beenmerg
Nieren: uitscheiding van urine met water, ureum en zouten
Lever: uitscheiding van gal met kleurstoffen
Longen: uitscheiding van koolstofdioxide
Door productie van Insuline en Glucagon
Insuline zet glucose om in glycogeen (opslag in lever en spieren)
Glucagon zet glycogeen om in glucose (bevindt zich in het bloed)
Er wordt te weinig insuline gemaakt, waardoor het glucosegehalte in het bloed te hoog wordt
Patient heeft glucose in de urine (dit is normaal niet zo)