BVJ Th7 Ecologie en milieu - herhaling BS 1 t/m 4

BVJ Th7 Ecologie en milieu - herhaling BS 1 t/m 4
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

BVJ Th7 Ecologie en milieu - herhaling BS 1 t/m 4

Slide 1 - Slide

Biotische factor
Abiotische factor
Prooien
Mineralen
Atmosfeer
Temperatuur
Symbiose
Ziekteverwekker
Vegetatie om in te schuilen
Rotsspleten om in te schuilen

Slide 2 - Drag question

Welke soort heeft de grootste tolerantie?
A
Soort a
B
Soort b
C
Beide, want er is overlap

Slide 3 - Quiz

Wat betekent het als een soort een smalle tolerantiecurve heeft?
A
De soort is niet bestand tegen een grote variatie van de milieufactor
B
De soort is wel bestand tegen een grote variatie van de milieufactor
C
De soort kan komt weinig voor
D
De soort komt veel voor

Slide 4 - Quiz

Bekijk het voedselweb hiernaast. Leg aan de hand van een voorbeeld uit dat er tussen sommige soorten sprake is van concurrentie (1p).

Slide 5 - Open question

Van welke vorm van symbiose is hier sprake
in de relatie bij en bloem?
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 6 - Quiz

+
+
+
-
+
0
Symbiose is een ______________   relatie tussen 2 verschillende soorten
Gastheer
Kortdurige
Langdurige
Parasitisme
Communisme
Commensalisme
Mutualisme
Cultisme
Gast

Slide 7 - Drag question

Bekijk het diagram

In dit ecosysteem lijkt er sprake te zijn van een dynamisch evenwicht tussen een predator en zijn prooi

Bestudeer het diagram en beantwoord de vraag op de volgende slide

Slide 8 - Slide

Geef een verklaring voor het feit dat populatiedichtheid konijnen vanaf het jaar 1974 daalt (1p).

Slide 9 - Open question

De populatiedichtheid is wordt beïnvloed door terugkoppeling.
Sleep de invloeden naar de juiste plek in het terugkoppelings-schema
afname van predatie
afname van voedselbeschikbaarheid
toename van concurrentie
toename van draagkracht van het ecosysteem

Slide 10 - Drag question

Wat is de draagkracht van een ecosysteem?
A
Het aantal dieren in een bepaald gebied over langere tijd
B
De maximale populatiegrootte die een gebied kan onderhouden over langere tijd
C
Alle organismen in een bepaald gebied over langere tijd
D
De minimale populatiegrootte die een gebied kan onderhouden over langere tijd

Slide 11 - Quiz

Voor welk van deze soorten is binnen het ecosysteem de laagste draagkracht?
A
Havik
B
Koolmees
C
Processierups
D
Eik

Slide 12 - Quiz

Wie zijn consumenten van de 2e orde?
A
leeuw, aap, lynx, jaguar
B
jaguar, gier, das, slang
C
giraffe, neushoorn, sprinkhaan, muis
D
hert, slang, vogel, neushoorn

Slide 13 - Quiz

Maak een correcte voedselketen

Slide 14 - Drag question

De 'piramide' hiernaast is een piramide van...
A
Aantallen
B
Biomassa / energie
C
Dat kan je niet zeggen
D
Zowel aantallen als biomassa

Slide 15 - Quiz

Nummer 1
glucose --> complexere organische stoffen
Nummer 3
schimmels en bacteriën
Nummer 2
Nummer 4
Fotosynthese
voortgezette assimilatie
Vertering + voortgezette assimilatie
Reducenten
Verbranding
Mineralisatie

Slide 16 - Drag question

Wat kan een voorbeeld zijn van successie? Dus welke opeenvolging past bij successie?
A
heide -> zand -> bos
B
bos -> moeras -> plas
C
strand -> duinen -> bos
D
steppe -> kale grond -> regenwoud

Slide 17 - Quiz

Welk kenmerk hoort bij een pionier ecosysteem?
A
gelaagde vegetatieopbouw
B
humusrijke bodem
C
sterke schommelingen in abiotische factoren
D
grote biodiversiteit

Slide 18 - Quiz

Wanneer spreken we van een biologisch evenwicht?
A
Als de populatiegrootte altijd hetzelfde is
B
Als de populatiegrootte groot is
C
Als de populatiegrootte rond een gelijke waarde schommelt
D
Als de dieren in een populatie even zwaar zijn

Slide 19 - Quiz