De student:
- kan het begrip Dekolonisatie definiëren
- kan drie verschillende dekolonisatiegolven benoemen en van kenmerken voorzien
- kan het begrip Modern Imperialisme definiëren en duidelijk maken aan de hand van
voorbeelden uit Afrika en Azië
- kan de oorsprong van het opkomend nationalisme in de koloniën benoemen en uitleggen
aan de hand van belangrijke Aziatische oppositieleiders
- kan de invloed van zowel Lenin als Woodrow Wilson op het onafhankelijkheidsstreven van
de koloniën in het Interbellum uitleggen, alsmede de invloed van de opkomende grootmacht
Japan
- kan verklaren dat het onafhankelijkheidsstreven in de Aziatische koloniën na WOII in een
stroomversnelling raakte
- kan aan de hand van Vietnam, Nederlands-Indië en India illustreren hoe de
onafhankelijkheid van die landen werd bewerkstelligd