Liefste Ismene, mijn bloedeigen zus, weet jij welk van de door Oedipus veroorzaakte ellende Zeus – ach, welk (daarvan) hij niet in vervulling brengt voor ons terwijl wij leven? Want er is niets, noch iets pijnlijks, noch iets †zonder verblinding†, (5) noch iets schandelijks, noch iets verachts, zodanig als ik niet heb gezien van jouw en niet van mijn rampen.