3.2 Crisis en ontevredenheid

• Geschiedenis
• Middelbare school

3.2 Crisis en ontevredenheid

Les van vandaag

• Vorige les
• Het interbellum
• Oefenen toets

Doel = aan het eind van de les kun je uitleggen waarom zoveel landen in Europa voor een bepaald type (sterk) leider koos

Wat past niet bij Nederland tijdens WO I?

1. Tekorten
2. Communistische revolutie
3. Neutraal
4. Vluchtelingen

samenvoegen van kleine, zelfstandige bedrijven tot één groot, gemeenschappelijk bedrijf

1. Collectivisatie
2. Distributie
3. Planeconomie
4. Showproces

manier om beschikbare producten te verdelen, vaak via bonnen

1. Showproces
2. Distributie
3. Collectivisatie
4. Planeconomie

Interbellum

• 1918-1939
• Tijd tussen de twee wereldoorlogen
• Vrede maar crisis

Situatie in Duitsland

• Republiek van Weimar
• Onvrede over verlies
• Onvrede over Verdrag van Versailles
• Slechte economie
• Inflatie door herstelbetalingen

Verenigde Staten

• Groeiende economie
• Te mooi om waar te zijn --> verkopen!
• Beurskrach: alle aandelen werden in één klap veel minder waard
• VS --> economische crisis --> naar Europa --> vooral Duitsland
• Behoefte aan sterkleider die trots en kracht kan teruggeven

Hitler's staatsgreep

• Dolkstootlegende: verraad
• Leider NSDAP
• Herstelbetalingen te veel     --> staatsgreep 1923: mislukt --> gevangenis

Italië

• Fascisme van Mussolini 
  
• - Geen democratie maar één sterke leider die alle macht heeft 
  - Nationalisme
  - Geweld wordt goedgekeurd / bevorderd
• Persoonsverheerlijking = propaganda voor politiek leider

Afsluiting

Doel = aan het eind van de les kun je uitleggen waarom zoveel landen in Europa voor een bepaald type (sterk) leider koos

KAHOOT!