Toepassen hoofdstuk 5

1 / 36
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Toepassen hoofdstuk 5

Slide 2 - Slide

Pagina 91

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Maken
  • Maken opdracht 3 blz 92 (vraag 1 t/m 7)
  • Maken opdracht 8 blz  97
  • Maken opdracht deel 1 (1, 2, 3,4 ) en deel 2 (7 en 8) 2 blz 100 
  • Maken: opdracht 12 ( vraag 1, 2, 3 en 4) en opdracht 14 (1, 2 en 3) blz 104 werkboek
  • Maken: opdracht 19 blz 108

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Quiz  onderzoeksvaardigheden
We gaan kijken wat je al weet..

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welke leerlingen halen de volgende set het hoogste cijfer?
dit is..
A
een goede hypothese
B
geen goede hypothese

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Hypothese: als heel H4 voor een periode maw fantastisch goed leert, dan zal het gemiddelde cijfer een 8 zijn.
A
'heel h5 leert fantastisch' is de onafhankelijke variabele
B
'heel h5 leert fantastisch' is de afhankelijke variabele

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hypothese: als heel h4 voor de periode maw fantastisch goed leert, zal het gemiddelde cijfer een 8 zijn.
A
'het gemiddelde cijfer is een 8' is de onafhankelijke variabele
B
'het gemiddelde cijfer is een 8' is de afhankelijke variabele

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hypothese: Als het regent, dan dragen veel mensen een paraplu bij zich
A
'het regent' is de afhankelijke variabele
B
'het regent' is de onafhankelijke variabele

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hypothese: Als het regent, dan dragen veel mensen een paraplu bij zich
A
'veel mensen dragen een paraplu bij zich' is de onafhankelijke variabele
B
veel mensen dragen een paraplu bij zich' is de afhankelijke variabele

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Een onderzoek waarbij geen informatie wordt geven over de manier waarop een experiment is uitgevoerd is...
A
niet helder van opzet
B
onbetrouwbaar
C
betrouwbaar
D
valide

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een steekproef is
A
de mensen die liever niet willen onderzocht
B
de eerste mensen die je onderzoekt
C
de mensen die met een steekwond eindigen na het onderzoek
D
een willekeurige groep mensen uit de hele onderzoekspopulatie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer het onderzoek andere resultaten opleverde dan opgeschreven in de hypothese, zijn de resultaten onbetrouwbaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke eis van onderzoek wordt gekeken naar het feit dat onderzoekers daadwerkelijk meten wat ze willen meten?
A
betrouwbaarheid
B
generaliseerbaarheid
C
validiteit
D
representativiteit

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen eis van een wetenschappelijk onderzoek?
A
betrouwbaarheid
B
representativiteit
C
actualiteit
D
validiteit

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Dina voert driemaal een experiment uit en krijgt twee keer hetzelfde resultaat. Haar onderzoek is dus ...
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar
C
kun je niets over zeggen
D
het is Dina, dus sowieso goed

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Aan welke eis wordt niet voldaan als een onderzoeker de mening van jongeren over vaccinatie wil meten en alle inwoners van Amsterdam-Oost een enquête stuurt.
A
validiteit
B
betrouwbaarheid
C
generaliseerbaarheid
D
representativiteit

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Generaliseerbaarheid betekent dat je resultaten gelden voor de gehele populatie .
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Uit een valide, betrouwbaar onderzoek blijkt: Als de verkoop van zwemspullen omhoog gaat, is er een hogere kans op vliegtuigongelukken.
Hier is sprake van:
A
correlatie
B
causaliteit
C
allebei
D
geen van beide

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Er is sprake van correlatie wanneer heel h4 voor een peirode maw fantastisch goed leert en het gemiddelde cijfer is een 8.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Er is sprake van een causaal verband wanneer heel h4 voor een periode maw fantastisch goed leert en het gemiddelde cijfer is een 8.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de afhankelijke variabele in deze onderzoeksvraag?:
In hoeverre hebben pissebedden de voorkeur voor een lichte of donkere omgeving?
A
Pissebedden
B
De hoeveelheid licht
C
Daar waar de pissebedden zitten

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Welke 2 beweringen zijn juist?
A
Een onafhankelijke variabele wordt gekozen
B
Een onafhankelijke variabele wordt gemeten
C
Een afhankelijke variabele wordt gekozen
D
Een afhankelijke variabele wordt gemeten

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de afhankelijke/onafhankelijke variabele?

Wat is het effect van sporten op de gezondheid van jongeren?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Wat is de afhankelijke/onafhankelijke variabele?

In hoeverre wordt criminaliteit veroorzaakt door te weinig controle in de opvoeding?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Wat is de afhankelijke/onafhankelijke variabele?

Wat is het verband tussen opleidingsniveau en kiesgedrag?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions