Spelling 4.5

Spelling 4.5
- Je kunt het voltooid deelwoord spellen.
- Je kunt verkleinwoorden vormen.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling 4.5
- Je kunt het voltooid deelwoord spellen.
- Je kunt verkleinwoorden vormen.

Slide 1 - Slide

Spelling 4.5
Voltooid deelwoord:
Een voltooid deelwoord is NOOIT het enige werkwoord in de zin.
In de zin moet altijd een vorm van de werkwoorden hebben, zijn of worden staan.
Het voltooid deelwoord staat meestal achteraan in de zin. een voltooid deelwoord begint meestal met ge-.
Let op: Als een infinitief begint met ver- be- ont- etc. zet je er nooit ge- voor. 

Slide 2 - Slide

Spelling 4.5
Voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden:
Voltooide deelwoorden van zwakke werkwoorden eindingen op een -t of -d. 
Als je twijfelt of het werkwoord met een -t of een -d moet schrijven doe je het volgende:

1) Je maakt het voltooid deelwoord langer; hoor je duidelijk een -t of een -d dan schrijf je het voltooid met een -t of een -d.
2) Gebruik het 'T SeXy FoKSCHaaP: staat de letter van het voltooid deelwoord hierin, schrijf je het voltooid deelwoord met een -t.
3) Gebruik: De BRoMVLieGZWaaN; staat de eindletter van het voltooid deelwoord in dit woord,  schrijf je het voltooid deelwoord met een -d. 

Slide 3 - Slide

Spelling 4.5
Let op: 
Soms hoor je geen verschil tussen de persoonsvorm of het voltooid deelwoord, zoals bijvoorbeeld in het werkwoord 'gebeuren'.
Toch schrijf je de pv: het gebeurt mij altijd.
en het voltooid deelwoord: Het is mij gisteren gebeurd.

Slide 4 - Slide

Spelling 4.5
EVEN OEFENEN!!

Hoe wordt het voltooid deelwoord geschreven??

Slide 5 - Slide


In dit theater heeft de cabaretier als vaak (staan).


A
staan
B
gestaant
C
gestaand
D
gestaan

Slide 6 - Quiz

Maar deze keer was de grappenmaker (uitnodigen) als gast.
A
uitgenodigt
B
uitgenodigdt
C
uitgenodigd
D
uitgenodigen

Slide 7 - Quiz

Door de burgemeester werd bij hem een lintje (opspelden).
A
opgespeld
B
opspelden
C
opgespelt
D
opgespeldt

Slide 8 - Quiz

De cabaretier was volkomen (verrassen).
A
geverrast
B
verrast
C
verrasd
D
verrasde

Slide 9 - Quiz

'Ik heb stamppot zuurkool (koken),' heeft hij (mompelen)
A
gekookt, gemompeld
B
gekookt, gemompelt
C
gekookd, gemompelt
D
gekookd, gemompeld

Slide 10 - Quiz

Spelling 4.5
Kijk het filmpje over het voltooid deelwoord. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Spelling 4.5
Verkleinwoorden:
Van de meeste zelfstandig naamwoorden kun je een verkleinwoord maken. In de meeste gevallen doe je dit door -je of -tje erachter te zetten:
dans - dansje / vakantie - vakantietje / schaar - schaartje.
In andere gevallen gebruik je: -pje / -kje / -tje:
boom - boompje / woning - woninkje / hobby - hobby'tje.

Slide 13 - Slide

'pje
'tje
'etje
'kje
'je
boom
cake
moskee
koning
wc
bloem
weg
dans
ketting

Slide 14 - Drag question

Spelling 4.5
Uitzonderingen:
Sommige verkleinwoorden wijken af van de regels en vormen daardoor uitzonderingen:
jongen - jongetje / gezin - gezinnetje / blad - blaadje /
bril - brilletje / verzameling - verzamelingetje

Slide 15 - Slide

Spelling 4.5
EVEN OEFENEN!!
Hoe schrijf je het verkleinwoord van de zelfstandig naamwoorden?

Slide 16 - Slide

aandachtspunt
A
aandachtspunkje
B
aandachtpuntje
C
aandachtspuntkje

Slide 17 - Quiz

vertoning
A
vertoninkje
B
vertoningkje
C
vertoningetje

Slide 18 - Quiz

gum
A
gumpje
B
gumkje
C
gummetje

Slide 19 - Quiz

keuring
A
keurinkje
B
keuringkje
C
keuringetje

Slide 20 - Quiz

logé
A
logeekje
B
logeetje
C
logeepje

Slide 21 - Quiz

website
A
websitetje
B
websiteje
C
websitekje
D
websitepje

Slide 22 - Quiz

leeuw
A
leeuwetje
B
leeuwpje
C
leeuwkje
D
leeuwtje

Slide 23 - Quiz

obsessie
A
obsessietje
B
obsessiekje
C
obsessiepje

Slide 24 - Quiz

Spelling 4.5
Bekijk het fimpje over verkleinwoorden.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Spelling 4.5
Maak nu de quiz met quizzizz..
Ga naar  https://join.quizizz.com 
Voeg de code 143116 in om de quiz te spelen. 
Je hebt tot 30 mei 2018 om de quiz te maken. 

Slide 27 - Slide

Spelling 4.5
zie maandplanning

Slide 28 - Slide