Van A tot Zin 3.5 wederkerende werkwoorden BiW/Biv

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

3.5

wederkerend = reflexief

Iets wordt herhaald!

рефлексивний

انعكاسي

reflexive

reflexiv

falcelin

Onderwerp

Wie?

Ik loop naar huis?

Wie loopt naar huis? ik

wij luisteren naar de docent

Wie luistert? we

Onderwerp, werkwoorden, extra woordjes ( herhaling) in een zin

Aron scheert zich iedere dag.

U voelt zich niet goed.

Hij maakt zich zorgen.

Zij herinnert zich niets van vroeger.

Ik scheer me iedere dag.

Jij voelt je niet goed.

Wat ga je vandaag leren?

Blz. 88.  3.5

Sommige werkwoorden krijgen een extra woordje: zich

Ik weet welke werkwoorden soms een extra woordje krijgen.

Ik kan bij het onderwerp  het extra woordje dat bij het werkwoord hoort goed schrijven.

Wederkerend voornaamwoord

Sommige werkwoorden krijgen een extra woordje ( wederkerend voornaamwoord)

Mijn opa herinnert zich niets van vroeger

Ik herinner me niets van vroeger.

• Het onderwerp van de zin wordt herhaald!
  
• Welke extra woordje? Kijk naar het onderwerp!
  

Onderwerp

ik

jij/je

hij, zij, het

u

wij

jullie

zij

extra woordje

me

je

zich

zich/u

ons

je/jullie

zich

Waar staat dat extra woordje in de zin?

Ik was me elke ochtend.

Laila  wast zich iedere dag.

De kinderen melden zich aan

jij herinnert je niet veel.

Hij gaat zich scheren.

Wij hebben ons geschoren.

Scheert u zich vaak?

Hebben jullie je geschoren?

Vandaag scheer ik me niet.

Scheert u zich toch eens!

Samen oefenen

1. ( zich opgeven)  Laura heeft........................................................................

2. ( zich aansluiten) Hebben jullie..........bij hen...........................................?

3. ( zich opgeven) Heeft u..............................................................................?

4. ( zich opgeven) Wij hebben......................................................................

5.  ( zich zorgen maken) Ik............................................................................

Boek blz. 88      3.5   Samen oefenen

Werk met z'n tweeën of drieën

opdracht 1   Vul in (al gemaakt)

opdracht 3   Vul in ( al gemaakt)

opdracht 4 Maak goede zinnen met de woorden ( al gemaakt)

5. Praat samen

Wat heb je vandaag geleerd?

What did you learn today?

що ти навчився сьогодні?

ماذا تعلمت اليوم

bugün ne öğrendin

Ի՞նչ սովորեցիք այսօր:

آج آپ نے کیا سیکھا؟

O que você aprendeu hoje?

ሎሚ እንታይ ተማሂርኩም?

Heb je het lesdoel bereikt?

Ik weet welke werkwoorden soms een extra woordje krijgen.

Ik kan bij het onderwerp het extra woordje goed schrijven.

Hoe goed kan jij bij het onderwerp het juiste extra woordje schrijven?

Zelfstandig werken

Van A tot Zin

( zie voorkaft met alle informatie)

Ga naar elo.kleurrijker.nl maak de computeropdrachten bij 

3.5

Maak alle opdrachten! 7 juni

 Een deel is al gemaakt