8.4 Je bloedsomloop

8.4 Je bloedsomloop
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

8.4 Je bloedsomloop

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 8.4 Je bloedsomloop 
  1.  Je kunt beschrijven hoe het bloed door je lichaam stroomt (dubbele bloedsomloop)
  2. Je kunt de bouw van het hart en de weg van het bloed door het hart beschrijven (onderdelen van het hart benoemen)

Slide 2 - Slide

Vervoeren zuurstof door het bloed 
Doden bacteriën en virussen
Zorgen voor het stollen van het bloed
Bezit hemoglobine

Slide 3 - Drag question

Uit welke bestanddelen bestaat bloed?

Slide 4 - Open question

Vul de ontbrekende woorden in.
Een rode bloedcel vervoert ....1... in je bloed
Een bloedplaatjes helpt mee met het .....2.... van je bloed
A
1 = koolstofdioxide 2 = stollen
B
1 = zuurtof 2 = vervoeren
C
1 = zuurstof 2 = schoonmaken
D
1 = zuurstof 2 = stollen

Slide 5 - Quiz

rode bloedcel
witte bloedcel
bloedplaatje
Het bestrijden van ziekteverwekkers
Het laten stollen van bloed
Het transporteren van zuurstof

Slide 6 - Drag question

Bloedsomloop
Kleine bloedsomloop:
hart - longen - hart
zuurstof wordt ''opgehaald'' in de longen
Grote bloedsomloop:
hart - alle organen - hart 
bloed geeft zuurstof af aan de organen en zuurstofarm bloed gaat terug naar het hart

Slide 7 - Slide

schematische weergave
dubbele bloedsomloop

Slide 8 - Slide

Bloedvaten-stelsel

Bloedvat heet naar het orgaan waar het bloed naartoe of vanaf stroomt.

Aparte bloedvaten:
bovenste en onderste holle ader, poortader, longslagader en longader, aorta, kransslagader en kransader

Slide 9 - Slide

Maken
Eerste 10 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 8.4
Maken: opdracht 1 t/m 6 en 16 


timer
10:00

Slide 10 - Slide

Les 2
  • Na de les kan je de onderdelen van het hart benoemen.
  • Na de les weet je welk deel van het hart zuurstof vervoerd
  • Je kan uitleggen hoe het hart klopt 

Slide 11 - Slide

Hoe heet bloedvat 4? En is dit bloedvat zuurstofarm of -rijk?
A
Longader - Zuurstofarm
B
Longader - Zuurstofrijk
C
Longslagader - Zuurstofarm
D
Longslagader - Zuurstofrijk

Slide 12 - Quiz

Hoe heet bloedvat 1? En is dit bloedvat zuurstofarm of -rijk?
A
Longader - Zuurstofarm
B
Longader - Zuurstofrijk
C
Longslagader - Zuurstofarm
D
Longslagader - Zuurstofrijk

Slide 13 - Quiz

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop

Slide 14 - Drag question

Het hart
holle ader -> rechterboezem -> rechterkamer -> longslagader -> longen -> longader -> linkerboezem -> linkerkamer -> aorta 


schuingedrukt = bloedvaten

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Je hart klopt
Je hart pomp het bloed door je lichaam. Een hartslag bestaat uit 3 stappen:
1. De boezems knijpen samen, 
bloed boezems -> kamers

2.De kamers knijpen samen,
bloed kamers -> longslagader en aorta

3. De hart neemt een pauze
bloed holle ader en longader -> boezems

Slide 17 - Slide

Hartslag
Een normale hartslag in rust: 60-100 slagen per minuut
Tijdens je slaap is je hartslag het laagst: 50 slager per minuut
Bij inspanning gaat de hartslag juist omhoog: 160-180 slagen per minuut

Hoe zwaarder de inspanning, hoe hoger de hartslag. 

Slide 18 - Slide

Maken
Eerste 10 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 8.4
Maken: opdracht 7 t/m 15 en 19


timer
10:00

Slide 19 - Slide

Les 3
  • Je kan na de les vertellen hoe je hart bloed krijgt
  • Je kan uitleggen wat cholesterol is en hoe dat werkt 

Slide 20 - Slide

aorta
rechterboezem
linkerboezem
longader
rechterkamer
linkerkamer
longslagader
onderste holle ader
bovenste holle ader

Slide 21 - Drag question

20. Wat is de stroomrichting van de kleine bloedsomloop? ( Begin bij de kamer van het hart.)
1.
2
3.
4.
5.
Rechterkamer
Longslagader
Longen
Longader
Linkerboezem

Slide 22 - Drag question

Door welke bloedvaten stroomt het bloed als het van je hoofd naar je been gaat? Sleep de bloedvaten in de juiste volgorde naar de vakken 1 t/m 6. 
beenslagader
bovenste holle ader
hoofdader
aorta
longslagader
longader

Slide 23 - Drag question


1) Kleine bloedsomloop =
Hart -                           - hart

2) Grote bloedsomloop =
Hart -                           - hart

hele lichaam
longen

Slide 24 - Drag question

Zet de onderdelen van de kleine bloedsomloop in de juiste volgorde.
Longen
Kleine bloedsomloop
rechterkamer
longaders
longslagaders
linkerboezem

Slide 25 - Drag question

Hoe heet bloedvat 4? En is dit bloedvat zuurstofarm of -rijk?
A
Longader - Zuurstofarm
B
Longader - Zuurstofrijk
C
Longslagader - Zuurstofarm
D
Longslagader - Zuurstofrijk

Slide 26 - Quiz

Hoe heet bloedvat 1? En is dit bloedvat zuurstofarm of -rijk?
A
Longader - Zuurstofarm
B
Longader - Zuurstofrijk
C
Longslagader - Zuurstofarm
D
Longslagader - Zuurstofrijk

Slide 27 - Quiz

Hoe heet bloedvat 3?
A
Leverader
B
Aorta
C
Lonader
D
Poortader

Slide 28 - Quiz

Hoe heet bloedvat 7?
A
Leverader
B
Aorta
C
Lonader
D
Poortader

Slide 29 - Quiz

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop

Slide 30 - Drag question

Kransslagaders
Kransslagaders:
  • Elke spier heeft zuurstof en voedingsstoffen nodig
  • De hartspier ontvangt deze via de kransslagaders
  • Ontspringen uit de aorta

Kransaders:
  • Via de kransaders wordt het
    bloed teruggevoerd naar de rechterboezem.  

Slide 31 - Slide

Hartinfarct
Hartinfarct
  • Kransslagader slibt dicht
  • Gevolg?
  • Symptomen verschillen tussen man en vrouw

  • Angina pectoris:
  • Vernauwde kransslagader
  • Last bij inspanning
  • Waarom?

Slide 32 - Slide

Kransslagader

Slide 33 - Slide

Aan het werk 
Maak opdracht 20, 21 en 22

Slide 34 - Slide