Kern B2 - les 71 en 72

1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

1. Je oma heeft een trui voor je gekocht. Je vindt hem oerlelijk. Wat doe jij?
A
Je bedankt je oma en gooit de trui thuis weg.
B
Je zegt tegen je oma dat de trui niet jouw smaak is.
C
Je zegt tegen je oma dat je de trui prachtig vindt en trekt de trui aan als je op bezoek gaat.
D
Je zegt tegen je oma dat je genoeg truien hebt en dat je neefje hem misschien wel wil.

Slide 7 - Quiz

2. Wat zou je zeggen in de volgende situatie?
Je vraagt een vriendin of ze je wil helpen met je huiswerk. Ze heeft geen tijd en weigert.
A
"Jammer, misschien kan iemand anders me helpen."
B
"Nou, bedankt, lekkere vriendin ben jij."
C
"Oh, volgende keer heb ik geen tijd voor jou."

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

5. Wat doe je als iemand zegt dat hij niet mee wil doen aan een spel dat je wilt spelen?
A
Je dringt aan en legt uit waarom het belangrijk voor je is.
B
Je gaat over iets anders praten of je loopt weg.
C
Je zegt dat je het jammer vindt en dat je een ander gaat zoeken.

Slide 14 - Quiz

6. Je vriend vraagt of je zijn werkstuk wilt maken. Je zegt: "Nee, je leert er meer van als je dat zelf doet."
A
Goed
B
Niet goed

Slide 15 - Quiz

6. Een kennis vraagt of je mee wilt naar een voetbalwedstrijd. Je zegt: "Niet met jou, ik vind je een engerd."
A
Goed
B
Niet goed

Slide 16 - Quiz

6. Je docent vraagt of jij na de les even wilt helpen opruimen. Je moet eigenlijk naar de orthodontist, maar je zegt toch ja.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 17 - Quiz

6. Een klasgenoot wil je rekenmachine lenen. Je zegt: "Nee, ik heb hem zo zelf nodig."
A
Goed
B
Niet goed

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

2. De docent vond twee dingen minder goed aan het werkstuk van Arjan. Welke zijn dit?

Slide 23 - Open question

3. Wat kan Arjan doen om deze twee dingen te verbeteren?

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

5a. Een bronnenlijst staat altijd voorin je werkstuk.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

5b. Een paragraaf is een onderdeel van een werkstuk.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

5c. Een inhoudsopgave geeft aan op welke pagina je welke informatie kunt vinden.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

5d. De titels van boeken in een bronnenlijst staan op alfabetische volgorde.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

1
2
3
4
wikipedia.org/wiki/Telefonie
schooltv.nl/video/de-geschiedenis-van-de-telefoon-uitgevonden-door-graham-bell/
electronica.infonu.nl/geschiedenis/49431-de-telefoon-150-jaar-geschiedenis.html
isgeschiedenis.nl/citaat-uit-het-nieuws/eerste-mobiele-telefoon/

Slide 32 - Drag question

Slide 33 - Slide

1
2
3
4
5
6
Mobiele telefonie en smartphones
Veranderingen door de telefoon
Betekenis van het woord telefoon
Hoe werkte de eerste telefoon?
De telefoon over 30 jaar
A.G. Bell, uitvinder van de telefoon

Slide 34 - Drag question

Slide 35 - Slide