Les terugblik interpunctie + afbreken van woorden
1 / 20
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat is de juiste spelling?
A
Franse kaas
B
franse kaas
Slide 7 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
mevrouw Van het Kaar
B
mevrouw van het kaar
C
mevrouw Van Het Kaar
D
mevrouw van het Kaar
Slide 8 - Quiz
Hoofdletter of een hoofdletter?
A
De wind komt uit het westen.
B
De wind komt uit het Westen.
Slide 9 - Quiz
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Het katholieke geloof
B
Het Katholieke geloof
Slide 10 - Quiz
LEESTEKENS
- aan het eind van een zin
- aan het eind van een vraagzin
- voor een opsomming
- tussen twee persoonsvormen / tussen delen van een opsomming / na een naam of uitroep aan het begin van een zin / vóór maar, omdat, want
PUNT
VRAAGTEKEN
DUBBELE PUNT
KOMMA
Slide 11 - Drag question
In welke zin is de interpunctie correct?
A
Toen hij op de rem trapte, viel hij van zijn fiets.
B
Toen hij op de rem trapte viel hij van zijn fiets.
C
Toen hij, op de rem trapte viel hij, van zijn fiets.
D
Toen hij op de rem trapte viel hij, van zijn fiets.
Slide 12 - Quiz
In welke zin staat GEEN interpunctiefout?
A
Wie die tafel opknapt kan er nog een hoop plezier van hebben.
B
De meeste voorbeelden die hij gaf waren niet echt verhelderend.
C
Koos zei tegen Leonard wij hebben geen fouten kunnen ontdekken.
D
Automobilisten die zich niet aan de juiste snelheid houden, worden bekeurd.
Slide 13 - Quiz
In welke zin staat GEEN interpunctiefout?
A
Als u snel reageert, kan ik nog wat voor u doen.
B
Wij hebben gele groene en rode paprika's.
C
Wij lezen van alles kranten, tijdschriften en boeken.
D
Wie wil mij even helpen.
Slide 14 - Quiz
Welke zin is juist?
A
Het kan maar één ding betekenen, iemand heeft ons verraden.
B
Het kan maar één ding betekenen. Iemand heeft ons verraden.
C
Het kan maar één ding betekenen: iemand heeft ons verraden.
Slide 15 - Quiz
Wat weet jij van het afbreken van woorden?
