MHV 2 vrijdag 27 januari 2023

Op een dag ...               
Na deze les weet je hoe een verhaal wordt opgebouwd.
Na deze les heb je een plan voor je eigen verhaal.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Op een dag ...               
Na deze les weet je hoe een verhaal wordt opgebouwd.
Na deze les heb je een plan voor je eigen verhaal.

Slide 1 - Slide

Na deze les
- kan je met behulp van  aanwijzingen zelf een kort (fictief) verhaal schrijven

- kan je een goed leesbaar kort verhaal schrijven door leestekens en hoofdletters correct te gebruiken.

Slide 2 - Slide

Een kort verhaal schrijven (40min)
- zelf fictie (kort verhaal) schrijven op basis van vier elementen: 

                 1.  wie (personage)
                 2. wat(wat doet het personage)
                 3. waar (waar is je personage)
                 4. hoe (karaktereigenschap, manier waarop je                                                                        personage iets doet!!      

Let bij het schrijven wel op je hoofdlettergebruik en interpunctie!!!


Slide 3 - Slide

Ik heb al eens eerder een kort verhaal geschreven en weet nog waar het over ging.
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

Hoe is de opbouw van een tekst?
A
Inleiding en kern
B
Inleiding, kern en slot
C
Kern en slot
D
Inleiding en slot

Slide 5 - Quiz

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
Controleer de tekst op zinsbouw en spelling.
Schrijf de tekst en let vooral op je verhaal. Gebruik je fantasie.
Bedenk een onderwerp en wat je daarover wilt schrijven.
                                                                    
                                                                                                                                                                    Begint elke zin met een hoofdletter? Eindigt het met een punt, vraag- of uitroepteken?
Controleer de tekst op inhoud: Is de tekst duidelijk? Begrijpt de lezer alles wat er staat?
Klopt de spelling? Ben je ergens woorden of letters vergeten?

Slide 6 - Drag question

Opdracht
  • Beschrijf een dag uit het leven van een voorwerp
  • Maak er de hoofdpersoon van je verhaal van.
  •       Schrijf je verhaal vanuit een ik-perspectief.                                    (Jij bent dus het voorwerp!)
  • Gebruik je fantasie; wat maak je allemaal mee? 
  • Je verhaal wordt minimaal 1 en maximaal 2 kantjes lang.

Slide 7 - Slide

Brainstorm
timer
6:00

Slide 8 - Slide

timer
1:00
Welk voorwerp wordt de hoofdpersoon van jouw verhaal?

Slide 9 - Mind map

timer
1:00
Waar speelt het zich af?

Slide 10 - Mind map

timer
1:00
Wanneer speelt het zich af?
Nu, lang geleden, toekomst...
Overdag, 's nachts...

Slide 11 - Mind map

De hoofdgedachte 
- De hoofdgedachte beschrijft in één zin het belangrijkste wat over het onderwerp wordt verteld. 
- Het is de kortst mogelijke samenvatting van de tekst. Je leest of beluistert de tekst daarom globaal. 
- De hoofdgedachte vind je door je af te vragen: wat probeert de schrijver of spreker me duidelijk te maken?

-Je vindt de hoofdgedachte vaak in de titel, inleiding of het slot. 

Slide 12 - Slide

timer
1:00
Wat is de hoofdgedachte van je verhaal?

Slide 13 - Mind map

timer
1:00
Waarom gebeurt er wat er gebeurt?
Welke emoties zijn belangrijk?
Denk aan: boos, blij, verdriet, enz.

Slide 14 - Mind map

Wat hebben we gedaan?
  • We hebben een voorwerp gekozen.

  • We hebben de 5 W's bepaald.

  • We weten nu in grote lijnen waar ons verhaal over zal gaan.

Slide 15 - Slide

Wat gaan we doen?

  • We gaan een kladversie schrijven die we vrijdag meenemen naar de les.
timer
20:00

Slide 16 - Slide

Volgende les:
Vrijdag nemen we onze kladversie mee 

en geven we elkaar

 feedback op het gemaakte werk.

Aansluitend schrijven we in de les de eindversie.
 HUISWERK: Kladversie afmaken

Slide 17 - Slide