H3 Arbeid, zwaarte-energie en bewegingsenergie

Havo 3   Herhalen:
arbeid, zwaarte-energie en bewegingsenergie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Havo 3   Herhalen:
arbeid, zwaarte-energie en bewegingsenergie

Slide 1 - Slide

Een fietser rijdt weg bij het stoplicht.
Over 15 meter afstand oefent de fietser
een kracht uit van 40 N.
De verrichte arbeid is
A
2,67 J
B
55 J
C
392 J
D
600 J

Slide 2 - Quiz

Een fietser rijdt weg bij het stoplicht. Over 15 meter afstand oefent de fietser een kracht uit van 40 N. De verrichte arbeid is


W = F x s
W = 40 x 15 = 600 J

Slide 3 - Slide

Een fietser rijdt weg bij het stoplicht.
Hij verricht over 15 meter 600 J arbeid.
De energieomzetting die plaatsvindt is
A
van zwaarte-energie naar bewegingsenergie
B
van chemische energie naar zwaarte-energie
C
van chemische energie naar bewegingsenergie
D
van bewegingsenergie naar chemische energie

Slide 4 - Quiz

Een fietser rijdt weg bij het stoplicht.
Hij verricht over 15 meter 600 J arbeid.
De fietser heeft een massa van 80 kg.
De snelheid van de fietser is na 15 m:
A
3,9 m/s
B
7,8 m/s
C
15 m/s
D
58 m/s

Slide 5 - Quiz

Een fietser rijdt weg bij het stoplicht. Hij verricht over 15 meter 600 J arbeid.
De fietser heeft een massa van 80 kg.   De snelheid van de fietser is na 15 m:
Ek = 0,5 m v2
600 = 0,5 x 80 x  v2
600/40 = v2
15 = v2
wortel 15 = v
v = 3,9 m/s

Slide 6 - Slide

Een pingpongballetje (m = 2,0 g) heeft
een snelheid van 50 km/h.
De bewegingsenergie is:
A
0,193 J
B
2,5 J
C
13,9 J
D
2500 J

Slide 7 - Quiz

Een pingpongballetje (m = 2,0 g) heeft een snelheid van 50 km/h.
De bewegingsenergie is:
Ek = 0,5 m v2
       snelheid in m/s !!        v = (50 km/h) / 3,6 = 13,9 m/s
       massa in kg !!               m = 0,002 kg
Ek = 0,5 x 0,002 x  13,92
Ek = 0,001 x 193,21
Ek = 0,193 J

Slide 8 - Slide

Een vrachtauto (25 ton) rijdt met een
snelheid van 100 km/h.
De bewegingsenergie van de auto is:
A
9.661 J
B
125.000 J
C
347.500 J
D
9.645.061 J

Slide 9 - Quiz

Een vrachtauto (25 ton) rijdt met een snelheid van 100 km/h.
De bewegingsenergie van de auto is:
Ek = 0,5 m v2
       snelheid in m/s !!        v = (100 km/h) / 3,6 = 27,8 m/s
       massa in kg !!               m = 25.000 kg
Ek = 0,5 x 25.000 x  27,82
Ek = 12.500 x 773
Ek = 9.660.500 J     = 9,6 x 106 J

Slide 10 - Slide

Je laat van 100 m hoogte van de Domtoren
een steentje van 10 g naar beneden vallen.

De energieomzetting die plaatsvind is:
A
van bewegingsenergie naar zwaarte-energie
B
van zwaarte-energie naar bewegingsenergie
C
van zwaarte-energie naar chemische energie
D
van bewegingsenergie naar chemische energie

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Je laat van 100 m hoogte van de Domtoren
een steentje van 10 g naar beneden vallen.

Op 100 m hoogte is de zwaarte-energie van
het steentje:
A
9,8 J
B
19,6 J
C
9.800 J
D
19.600 J

Slide 13 - Quiz

Je laat van 100 m hoogte van de Domtoren een steentje van 10 g naar beneden vallen. Op 100 m hoogte is de zwaarte-energie van het steentje:

Ez = m g h
       g = 9,8
       massa in kg !!               m = 0,01 kg
Ez = 0,01 x 9,8 x 100
Ez = 9,8 J

Slide 14 - Slide

Je laat van 100 m hoogte van de Domtoren
een steentje van 10 g naar beneden vallen.

Als je de luchtwrijving verwaarloost is de
bewegingsenergie op de grond:
A
9,8 J
B
19,6 J
C
9.800 J
D
19.600 J

Slide 15 - Quiz

Je laat van 100 m hoogte van de Domtoren
een steentje van 10 g naar beneden vallen.
Bovenin geldt: Ez = 9,8 J.
De snelheid waarmee het steentje
de grond raakt is:
A
9,8 m/s
B
22,5 m/s
C
44,3 m/s
D
1.960 m/s

Slide 16 - Quiz

Je laat van 100 m hoogte van de Domtoren een steentje van 10 g naar beneden vallen. Bovenin geldt: Ez = 9,8 J. De snelheid waarmee het steentje
de grond raakt is:
Ez bovenin = Ek op de grond (alle zwaarte-energie wordt omgezet in Ek)
Ek = 0,5 m v2
9,8 = 0,5 x 0,01 x  v2
9,8/0,005 = v2
1960 = v2
wortel 1960 = v
v = 44,3 m/s    (160 km/h)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide