BB Les 8.

BB Les 8.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

BB Les 8.

Slide 1 - Slide

Goedemiddag!
Dinsdag 11 maart 
Les 8

Slide 2 - Slide

Les 6
  • huiswerk
  • herhaling kleding en kleuren
  • herhaling bijvoeglijk naamwoorden (adjectives)
  • aanwijzende voornaamwoorden (demonstratives)

Les 7
  • het lichaam
  • modale werkwoorden


Slide 3 - Slide

Huiswerk

  • Oefening 4 & 5 
  • (pagina 84)
  • Huiswerk les 7 
  • (pagina 86)
  • E-learning





Slide 4 - Slide

Hebben jullie vragen over het huiswerk?

Slide 5 - Slide

het lichaam
Luister goed en zeg mij na!
Sta op! 

Slide 6 - Slide

  • het lichaam
  • het hoofd
  • het haar
  • het oor
  • het oog
  • het been
  • (het gezicht)
  • (het gebit)

het woorden

Slide 7 - Slide

maak in tweetallen
oefening 1 
p. 81

Slide 8 - Slide

Klaar? 
  • Lees de 4 dialogen op pagina 82
  • Gebruik de woorden op p. 88

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

  • Modale werkwoorden worden gebruikt om een gevoel uit te drukken. 
  • In een zin met een modaal werkwoord staat ook een 2de werkwoord achterin de zin.
Modale werkwoorden

Slide 12 - Slide

Ik mag werken. I am allowed to work.
Ik moet werken. I have to work.
Ik kan werken. I can work.
Ik wil werken. I want to work.
Ik zal werken. I will / shall work.

Modale werkwoorden
Fundament p. 58

Slide 13 - Slide

Modale werkwoorden

Slide 14 - Slide

............... u uw telefoon uitdoen?
A
Wil
B
Willen
C
Wilt

Slide 15 - Quiz

Meneer, u ............... nog betalen!
A
moet
B
moeten
C
wil
D
wilt

Slide 16 - Quiz

Constance ................. geen snoepje van papa.
A
moet
B
mag
C
mogen
D
moeten

Slide 17 - Quiz

Zora en Bert .................. geen suiker in hun koffie.
A
kunnen
B
kan
C
hoeven
D
hoeft

Slide 18 - Quiz

Alex ............. de dokter vanmiddag bellen.
A
kunnen
B
hoeven
C
willen
D
zal

Slide 19 - Quiz

............... ik ook een stukje taart?
A
Kan
B
Mag
C
Willen
D
Moeten

Slide 20 - Quiz

Ik ............... de auto hier parkeren.
A
kunnen
B
hoef
C
wil
D
moeten

Slide 21 - Quiz

Daan ................ zijn huiswerk nog maken.
A
moet
B
mogen
C
hoeft
D
willen

Slide 22 - Quiz

Jullie ............. de opdracht samen maken.
A
moet
B
mogen
C
hoeven
D
kan

Slide 23 - Quiz

................ jij de klant even terug bellen?
A
Kunt
B
Moeten
C
Wil
D
Wilt

Slide 24 - Quiz

Praat samen
 
  • Pagina 80
  • Oefening 104

  • Klaar?
  • Pagina 81
  • Oefening 108

Slide 25 - Slide