This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
WELKOM in de les Nederlands!
Neem:
- Werkboek blz 237-242
- Blad papier
Doen:
1. Maak/neem een naamkaartje
2. Open jouw werkboek op de juiste pagina.
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Herhaling
Onderwerp?
Beeldspraak
Wat?
Datgene wat je wil zeggen vergelijken met een beeld.
Letterlijk of figuurlijk?
Figuurlijk
2 soorten?
Vergelijking en metafoor
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Oefeningen
Werkboek: oef 4, 5, 6, 8 en 9
Bundel: oef 3 en 6
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Hassan viel hard op de grond.
A
figuurlijk taalgebruik
B
letterlijk taalgebruik
Slide 4 - Quiz
Hassan voetbalt graag tijdens de speeltijd. Hij was aan het dribbelen maar toen hij wou trappen, gleed hij uit en viel hard op de grond. Dat deed pijn!
Hij voelt zich als een vis in het water.
A
figuurlijk taalgebruik
B
letterlijk taalgebruik
Slide 5 - Quiz
Sinds kort woont Milan in een nieuw dorp. Hij gaat er ook naar
een nieuwe school en voelt zich er als een vis in het water. Onlangs zei hij
nog tegen zijn ouders: ‘Ik heb al veel nieuwe vrienden gemaakt, het is er