Repaso

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

REPASO / HERHALING

BLAUW --> TAREA 3

GEEL --> TAREA 4

Tarea 3 afgesloten

Kan ik deze afstrepen?

       Ik weet de vervoeging van de regelmatige werkwoorden -AR, -ER, -IR

Ik kan het onregelmatige werkwoord ESTAR vervoegen

Ik kan het onregelmatige werkwoord TENER vervoegen

Leerdoelen

Aan het einde van tarea 4:

- weet ik hoe de verschillende ruimtes in huis heten

- weet ik hoe de verschillende meubels heten

- ken ik de kleuren

- ken ik de getallen t/m 100

- kan ik vertellen hoe mijn huis eruit ziet

HABLAR

COMER

VIVIR

habl

habl

habl

habl

habl

habl

com

com

com

com

com

com

viv

viv

viv

viv

viv

viv

- o

- o

- o

- as

- amos

- a

- áis

- an

- es

- es

- e

- emos

- en

- éis

- e

- imos

- ís

- en

SER = zijn

yo

tú

él / ella / usted

nosotros/as 

vosotros/as 

ellos / ellas / ustedes 

soy

eres

es

somos

sois

son

ESTAR = zijn / zich bevinden

estoy

estás

está

estamos

estáis

están

yo

tú

él / ella / usted

nosotros/as 

vosotros/as 

ellos / ellas / ustedes 

SER

Permanent/langdurig

1. eigenschap (persoon/voorwerp)

2. beroep

3. nationaliteit/afkomst

ESTAR

Tijdelijk/veranderbaar

1. gevoelens

2. gemoedstoestand

3. ligging (zich bevinden)

-> het ligt of het staat

DUS?

TENER

tengo

tienes

tiene

tenemos

tenéis

tienen

yo

tú

él / ella / usted

nosotr@s

vosotr@s

ellos / ellas / ustedes 

Vul de vervoegingen in van ESTAR

Vul de vervoegingen in van SER

Wat is het verschil tussen SER en ESTAR?

Vul de vervoegingen in van TENER

Vul de uitgangen in van -AR

Vul de uitgangen in van -ER

Vul de uitgangen in van -IR

el dormitorio

el cuarto de baño

la cocina

el salón

la mesilla

la cama

la ducha

la mesa

la televisión

el sofá

la vitrocerámica

Getallen t/m 100

Wat weet je nog?

uno

dos

tres

.......................

100

cien

Bekijk onderstaande video

Ga naar pagina 44 (Moduleboekje)

Neem nog eens goed de getallen door

Maak:
LA pág 37 ejercicio 10

LE ejercicio 2.10, 2.11 y 2.13

Hoe zeg je:
Het blauwe bed staat (estar vervoegen!) in de rode slaapkamer?

Hoe zeg je:
de bruine kast staat in de gele gang

Vertel iets over je huis (in het Spaans!)

HULP / UITLEG

Als je nog andere / extra hulp of uitleg nodig hebt

Vraag het me vooral :)