Lidwoorden

Herhaling lidwoorden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling lidwoorden

Slide 1 - Slide

Frau (v)
Mann (m)
Kind (o)
Kinder (mv)
Combineer het lidwoord met het zelfstandig naamwoord:
der
die
die
das

Slide 2 - Drag question

Lidwoorden
  • der = mannelijk
mannelijke personen + dieren, beroepen
dagen, maanden, seizoenen 
  • die = vrouwelijk
vrouwelijke personen, dieren, beroepen
meeste woorden die op eindigen op: -e        => denk aan: Name (der), Junge (der)
alle woorden die eindigen op: -in                                         -keit, -heit, -ung, -schaft
  • das = onzijdig
alle verkleinwoorden: woorden die eindigen op: -chen, -lein
meeste woorden, waarvan het lidwoord in het Nederlands 'het' is
  • meervoud                  altijd die 

Slide 3 - Slide

…... Buch.


A
der
B
das
C
die

Slide 4 - Quiz

…... Haus.


A
der
B
das
C
die

Slide 5 - Quiz

..... Doktor


A
der
B
das
C
die

Slide 6 - Quiz

..... Tante


A
der
B
das
C
die

Slide 7 - Quiz

..... Mädchen


A
der
B
das
C
die

Slide 8 - Quiz

...Onkel

Slide 9 - Open question

...Freundin

Slide 10 - Open question

Rad van Bredenhoff
We draaien aan het rad. Diegene die door het rad wordt uitgekozen, krijgt van mij of klasgenoot een woord !
Je vertelt of het een mannelijk, vrouwelijk, onzijdig woord is.
Je vertelt het lidwoord: der , die , das !



Slide 11 - Slide

Ik weet wanneer ik de lidwoorden der, die of das moet toepassen bij de zelfstandige naamwoorden
Ja
redelijk
Nee, maar ik ga nog leren/oefenen
Ik heb meer uitleg nodig

Slide 12 - Poll