1A - Trede 1 - Leerdoel 2

Aujourd'hui
Contrôle: vocabulaire + les nombres 1-20
Kennismakingsgesprekje
Persoonlijk voornaamwoord
Werkwoord: avoir

Buts:
- je kent de persoonlijke voornaamwoorden in het Frans
- je kunt het werkwoord 'avoir' gebruiken
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aujourd'hui
Contrôle: vocabulaire + les nombres 1-20
Kennismakingsgesprekje
Persoonlijk voornaamwoord
Werkwoord: avoir

Buts:
- je kent de persoonlijke voornaamwoorden in het Frans
- je kunt het werkwoord 'avoir' gebruiken

Slide 1 - Slide

Goedendag

Slide 2 - Open question

Tot ziens

Slide 3 - Open question

hij

Slide 4 - Open question

zeven

Slide 5 - Open question

dertien

Slide 6 - Open question

twee

Slide 7 - Open question

twintig

Slide 8 - Open question

Gesprekje
Ça va?
Comment tu t'appelles?
Tu as quel âge?
Tu habites où?
Tu as des frères ou des soeurs?

Slide 9 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord
ik = je 
u = vous
jij = tu
jullie = vous
hij = il
zij (mmv) = ils
zij = elle
zij (vmv) = elles
men / wij (spreektaal) = on
het = ce / c'
wij = nous

Slide 10 - Slide

Avoir = hebben
Frans
Nederlands
j'ai
ik heb
tu as
jij hebt
il / elle / on a
hij / zij / men heeft
nous avons
wij hebben
vous avez
u heeft / jullie hebben
ils / elles ont
zij hebben

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video