220216 - 3E
1 / 40
Lesson duration is: 80 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
IK HEB GEMOETEN
A
Je dois
B
je devrai
C
je devais
D
j'ai du
Slide 5 - Quiz
Wij zullen moeten
A
Nous devons
B
Nous avons du
C
Nous devrons
D
Nous devrions
Slide 6 - Quiz
Il est ....................... (snel)
A
rapide
B
rapidement
C
vite
D
vitement
Slide 7 - Quiz
Elle danse ........ (verschrikkelijk)
A
horrible
B
horriblement
C
lente
D
lentement
Slide 8 - Quiz
Elle répond .... (langzaam = lent)
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Ik heb gekend
A
Je connais
B
J'ai connu
C
J'ai connaîtré
D
Je connaissais
Slide 15 - Quiz
Wij zullen kennen
A
Nous connaissons
B
Nous avons connu
C
Nous connaîtrions
D
Nous connaîtrons
Slide 16 - Quiz
Nous ........................... (kennen - présent)
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Wat valt je op?
Slide 21 - Open question
Slide 22 - Slide
Waar moet je als je hier naar kijkt nog meer op letten?
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Hoe zeg je "goed" in het Frans?
Slide 27 - Open question
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Hij zingt beter dan X - Il chante ............
A
plus bon que ....
B
plus bien que ....
C
meilleur que ....
D
mieux que ....
Slide 31 - Quiz
Je suis beau, mais elle est ........ (mooier)
A
beau
B
belle
C
plus beau
D
plus belle
Slide 32 - Quiz
Je suis grand, mais il est ........... (het minst groot)
Slide 33 - Open question
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Ik vond deze les nuttig
Totaal niet mee eens
Niet mee eens
Neutraal
Mee eens
Helemaal mee eens
Slide 37 - Poll
De vragen waren...
Très facile
Facile
À niveau
Difficile
Très difficile
Slide 38 - Poll
Tip of top
