Vragers & Aanbieders Hoofdstuk 4 De arbeidsmarkt (6)

Hoofdstuk 4 (6)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 (6)

Slide 1 - Slide

Planning
  • Leerdoelen hoofdstuk 4.4
  • Bespreken opdrachten 4.18 t/m 4.23
  • Leerdoelen hoofdstuk 5.1
  • Uitleg paragraaf 5.1
  • Maken opdrachten 4.24 t/m 4.26 + 5.1 en 5.2
  • Bespreken opdrachten 4.24 t/m 4.26

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de verschillende oorzaken van werkloosheid noemen en toelichten.
  • Je kunt het verschil tussen conjuncturele werkloosheid, structurele werkloosheid en frictiewerkloosheid toe lichten.
  • Je weet wat arbeidsproductiviteit is en je kunt deze uitrekenen.


Slide 3 - Slide

Bespreken
Opdracht 4.18 t/m 4.23

Slide 4 - Slide

Hoofdstuk 5 (1)

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de volgende begrippen omschrijven:                                                                • extern effect                                                                                                                              • negatief en positief extern effect                                                                                    • maatschappelijke kosten en maatschappelijke opbrengsten
  • Je kunt voorbeelden geven van negatieve en positieve externe effecten.
  • Je kunt beschrijven hoe de overheid negatieve externe effecten kan afremmen of vermijden.
  • Je kunt beschrijven hoe de overheid positieve externe effecten kan bevorderen.


Slide 6 - Slide

Positief extern effect
Negatief extern effect

Slide 7 - Slide

Externe effecten, overheidsingrijpen
Extern effect: 
effect als gevolg van 
productie en/of consumptie voor 
de welvaart van anderen  --> 
Niet bij de prijs inbegrepen.

Negatieve externe effecten &  positieve externe effecten

Slide 8 - Slide

Negatief extern effect =
een bijeffect (niet bedoeld effect)
bij consumptie of productie van een goed
die de welvaart van een ANDER dan de gebruiker negatief beïnvloedt. Prijs te laag waardoor vraag te hoog is.

Slide 9 - Slide

Positief extern effect =
een bijeffect (niet bedoeld effect)
bij consumptie of productie van een goed
die de welvaart van een ANDER dan de gebruiker positief beïnvloedt. Prijs te hoog waardoor vraag te laag is.

Slide 10 - Slide

Aan de slag met
Opdracht 4.24 t/m 4.26
en
Opdracht 5.1 + 5.2                  

timer
8:00

Slide 11 - Slide

Bespreken
Opdracht 4.24 t/m 4.26

Slide 12 - Slide