What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
woordsoorten wie,die en wat
Verwijswoorden:
''Ik heb een oude fiets, maar … rijdt nog goed.''
A
dat
B
dit
C
deze
D
die
1 / 10
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vwo
This lesson contains
10 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Verwijswoorden:
''Ik heb een oude fiets, maar … rijdt nog goed.''
A
dat
B
dit
C
deze
D
die
Slide 1 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'de verloting'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 2 - Quiz
Wil je wat drinken?
Wat is 'wat'?
A
vragend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
onbepaald voornaamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord
Slide 3 - Quiz
Geef de woordsoort aan: De vriendin van wie ik een boek heb geleend, wil het nu graag terug.
Wie =
A
vragend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
Slide 4 - Quiz
13 Kies het woordsoort dat past bij het woord 'wie'.
Wie zijn toets afheeft, mag een vreugdedansje maken.
A
vragend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
persoonlijk voornaamwoord
Slide 5 - Quiz
"De vrouw met wie ik praat is mijn tante." 'De vrouw' is een ....
A
Vragend voornaamwoord
B
Betrekkelijk voornaamwoord
C
Verwijswoord
D
Antecedent
Slide 6 - Quiz
Benoem het woord 'dat'.
Het spel dat ik gisteren speelde, heet FIFA.
A
aanwijzend voornaamwoord
B
lidwoord
C
bijwoord
D
betrekkelijk voornaamwoord
Slide 7 - Quiz
Wat is wie in deze zin?
Wie zijn huiswerk niet maakt, zal een onvoldoende halen.
A
Betrekkelijk voornaamwoord
B
Betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
C
Vragend voornaamwoord
D
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 8 - Quiz
In welke zin is het verwijswoord onjuist
A
Hij noemde het aantal personen dat corona heeft.
B
Dat was mooi voor wie voor Ajax is.
C
Dat is wat je moet doen.
D
Hij las een boek wat hij van zijn oma kreeg
Slide 9 - Quiz
benoem het woord tussen aanhalingstekens:
Het bevat de stof solanine en 'die' is giftig.
A
aanwijzend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
vragend voornaamwoord
D
onderschikkend voegwoord
Slide 10 - Quiz
More lessons like this
3v Grammatica woordsoorten
February 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Grammatica woordsoorten (die/wie/dat)
October 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Grammatica op herhaling 3 vwo
November 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
gram woordsoorten: wie, die, dat H2 NN
November 2021
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
evaluatie les 14 en 16
November 2023
- Lesson with
14 slides
NED
Secundair onderwijs
Grammatica woordsoorten (die/wie/dat)
December 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Grammatica woordsoorten (die/wie/dat)
October 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
A3 Grammatica woordsoorten 2.1 + 4.1
November 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3