This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
hygiene
Slide 1 - Slide
Hygiëne is alles wat te maken heeft met het zorgen dat iets schoon blijft.
Slide 2 - Slide
Noem voorbeelden slechte hygiëne
Slide 3 - Mind map
Persoonlijke hygiëne
Thuis:
Douchen.
Tanden poetsen.
Schone kleding.
Schone handen en nagels.
Slide 4 - Slide
Persoonlijke hygiëne
Op het werk:
Kort haar of in een staart ( soms ook een koksmuts of petje).
Schone bedrijfskleding.
Schone handen en nagels ( Kort geknipt, geen nagellak ).
Geen sieraden of horloges.
Regelmatig handen wassen.
Slide 5 - Slide
wat is kruisbesmetting ?
A
sieraad
B
drinken
C
ziekte
D
bacteriën die we van a naar b overbrengen.
Slide 6 - Quiz
handen wassen bij het koken!
bij het betreden van het lokaal.
bij het bereiden van rauwe producten
bij het verlaten van het lokaal.
Slide 7 - Slide
We willen niet dat jullie, jullie gezinnen of de bewoners / cliënten ziek worden.
Ziektes kan je zelfs verspreiden zonder dat je je ziek voelt!
Slide 8 - Slide
1. Handen
Draag geen hand sierden, nagels kort en schoon, (in de zorg ook geen nagellak of kunstnagels)
Je handen moeten gereinigd worden voor en na elke behandeling. Wanneer je handen zichtbaar verontreinigd zijn kun je ze het beste wassen met zeep.
Als de handen niet vuil zijn is desinfectie met alcohol sneller en effectiever.
Draag daarnaast altijd handschoenen en vervang deze na elke behandeling om verspreiding van bacteriën te voorkomen. Wondjes aan de handen dienen ALTIJD afgedekt te worden met waterafstotende pleisters. Ook wanneer je er nog handschoenen overheen draagt.