This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
WELCOME
Slide 1 - Slide
Wat verwacht ik tijdens de les.
Zodra je het lokaal binnenkomt neem je je boek en laptop voor je en stop je je telefoon in je tas.
Je doet actief mee met de les.
Als je geen boek of laptop bij je hebt werk je op een blaadje.(aan het einde van de les laat je me zien wat je gedaan hebt.)
Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.
Tijdens mijn uitleg wil ik dat het stil is.
Slide 2 - Slide
Wat verwacht ik tijdens de les.
Stap 1 : Staat je naam op het bord heb je je laastste waarschuwing.
Stap 2: Staat er 1 kruisje achter je naam kom je een lesuur nablijven.
Stap 3: Staan er 2 kruisjes achter je naam kom je twee lesuren nablijven.
Stap 4: groene kaart en naar lokaal 21 --> telefoon naar huis
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Proefwerk Unit 1
Maandag 9 November Les 2
Neem Laptop mee!
Leer alle woorden, zinnen en grammatica van Unit 1 Lesson 2t/m 5
Blauwe paginas Bladzijde 42 t/m 47
Slide 5 - Slide
What did we do / talk about last lesson?
timer
1:00
Slide 6 - Open question
planning
Verwachtingen van de les.
Lessen itslearning
Proefwerk
Herhaling Vorige les
Huiswerk bespreken
Homework
Slide 7 - Slide
Goals
At the end of this lesson...
I know how to make questions with to be
Slide 8 - Slide
TO BE = ZIJN
I am
you are
he / she / it is
we are
you are
they are
enkelvoud
}
meervoud
}
Slide 9 - Slide
Bladzijde 37 Opdracht 8
Slide 10 - Slide
TO BE - VRAAGZINNEN
AM
ARE
IS
Slide 11 - Slide
Wat weet jij nog over vraagzinnen van to be?
Slide 12 - Open question
TO BE - VRAAGZINNEN
In gewone zinnen staan am/is/are na de persoon
In vraag staan am/is/are voor de persoon
Je draait de vorm van to be dus om!
Slide 13 - Slide
Maak van de volgende zin een vraagzin: He is a cool boy.
Slide 14 - Open question
Homework
Maak op itslearning Paragraaf 1.5
Opdracht 9: Maak de vraagzinnen met to be
Opdracht 10: Vul de juiste vorm van to be in (Bevestigend,Vragend en Ontkennend)
Slide 15 - Slide
Maak de Engelse zin compleet met vormen van to be. Kijk goed of je een bevestigende, ontkennende of vragende zin moet maken. Brrr, it ____ very warm today