8.2 Politiek maatschappelijke stromingen

8.2 Politiek-maatschappelijke stromingen
1 / 51
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

8.2 Politiek-maatschappelijke stromingen

Slide 1 - Slide

Kenmerkend aspect 
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme en socialisme 

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van deze lessenserie kunnen jullie onderscheid maken tussen drie maatschappelijk-politieke stromingen: liberalisme, nationalisme en socialisme

Slide 3 - Slide

LIBERALISME
SOCIALISME
NATIONALISME
CONFESSIONALISME
CONSERVATISME
FEMINISME
geloof / religie
gelijkheid
volksgeest
vrouw!
vrijheid

Slide 4 - Drag question

‘Waar de mannen strijden, wint de vrouw.’
A
Confessionalisme
B
Feminisme
C
Liberalisme
D
Nationalisme

Slide 5 - Quiz

‘Karakter hebben en Duits-zijn, dat is één en hetzelfde.’
A
Confessionalisme
B
Feminisme
C
Liberalisme
D
Nationalisme

Slide 6 - Quiz

‘Het verzekeren van het permanente geluk van ieder en allen.’
A
Confessionalisme
B
Nationalisme
C
Liberalisme
D
Socialisme

Slide 7 - Quiz

‘Vrijheid. Over zichzelf, over zijn eigen lichaam en geest, ieder mens zijn eigen meester.’
A
Confessionalisme
B
Nationalisme
C
Liberalisme
D
Socialisme

Slide 8 - Quiz

‘De kerk dringt onverbiddelijk door in alle levenssferen.’
A
Confessionalisme
B
Nationalisme
C
Liberalisme
D
Socialisme

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

1958

Slide 18 - Slide

timer
15:00

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide



Wat vindt de auteur van nationalisme? 

Slide 24 - Slide

Welke afspraken werden gemaakt bij het Congres van Wenen (1815)?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wat is historisch materialisme? 
Hoef je niet op te schrijven! 
  • Geschiedenis van de mens is van de onderdrukker vs. onderdrukte
  • Ontwikkeling samenlevingen gevormd door onderbouw (productiekracht vs. productieverhoudingen)
  • Productiekracht (natuurlijke hulpbronnen, techniek, mensen)
  • Productieverhoudingen (zij die macht hebben over productiekracht/eigendom)
    Eigendom, of gebrek eraan, bepaalt je klasse
  • Onbalans in geschiedenis (leidt tot geweld) 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Welke elementen van het socialisme zie je terug op de afbeelding?

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Een bewering: “Bron 5 laat zien hoe Marx en Engels de arbeiderssituatie zagen, maar ook hoe dit probleem volgens hen kon worden opgelost.” Leg uit:
1p - (met een element uit de bron) hoe Marx en Engels de arbeiderssituatie zagen.
1p - (met een element uit de bron) hoe volgens Marx en Engels de arbeiderssituatie kon worden opgelost.

Slide 33 - Open question

1830: revoluties in Europa


Frankrijk: nieuw koningshuis met meer rechten voor burgers
Zuidelijke Nederlanden scheidden zich af: België

Slide 34 - Slide

In duo's:
Zoek per jaartal en stad op:
- Wat wilden de liberalen?
- Waarom hoort dit bij het liberalisme?
- Wat werd er bereikt?

Slide 35 - Slide

Bij welke stroming past de uitspraak:
Proletariërs aller landen, verenigt u!

A
nationalisme
B
feminisme
C
communisme
D
liberalisme

Slide 36 - Quiz

Welke begrip past hierbij?
A
vakbond
B
sociale wetgeving
C
sociale kwestie
D
democratisering

Slide 37 - Quiz

Bij welk isme past deze uitspraak?:
'Vernieuwing is verloedering'
A
conservatisme
B
confessionalisme
C
nationalisme
D
socialisme

Slide 38 - Quiz

Welk isme hoort hierbij?
A
conservatisme
B
nationalisme
C
confessionalisme
D
socialisme

Slide 39 - Quiz

Welk isme?
A
feminisme
B
liberalisme
C
communisme
D
confessionalisme

Slide 40 - Quiz

Bij welke politieke stroming hoort de uitspraak: 'Het ware politieke woord schuilt in de bijbel.'?
A
conservatisme
B
liberalisme
C
nationalisme
D
confessionalisme

Slide 41 - Quiz


A
liberalisme
B
socialisme
C
confessionalisme
D
nationalisme

Slide 42 - Quiz

Bij welke politieke stroming past deze uitspraak?:
"Meer vrije marktwerking, meer zelf beslissen, de overheid moet zich niet bemoeien met de economie.''
A
socialisme
B
communisme
C
conservatisme
D
liberalisme

Slide 43 - Quiz


A
De maker van deze bron is een voorstander van het kapitalisme
B
De maker van deze bron is een tegenstander van het kapitalisme

Slide 44 - Quiz


A
confessionalisme
B
communisme
C
liberalisme
D
socialisme

Slide 45 - Quiz

De volgende slides bevatten een kleine samenvatting 

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide

klassensamenleving
standensamenleving

Slide 51 - Slide