8.2 Een nieuwe samenleving

8.2 Een nieuwe samenleving
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

8.2 Een nieuwe samenleving

Slide 1 - Slide

8.2 Een nieuwe samenleving
Kenmerkende aspecten:
32. Discuccies over de 'sociale kwestie'
34. De opkomst van emancipatiebewegingen
36. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme

Slide 2 - Slide

Dagindeling arbeider gedurende industriële revolutie
5 uur:                                Opstaan en eten
5.15:                                   Op weg naar de fabriek
5.20:                                  Aankomst in de fabriek
5.30-12.30:                     Werken
12.30:                                Pauze
12.40:                                Einde pauze, terug aan het werk
18.30:                                Einde werkdag
18.35:                                Terug naar huis 
18.40:                                 Eten
19.00:                                 Slapen
  • Mannen na 19.00 veelal naar de kroeg 
  • Vrouwen na 19.00 veelal huishoudelijke taken

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Werkomstandigheden
  • Onhygienisch en (levens)gevaarlijke werkplaatsen
  • Uitbuiting
    Kinder- en vrouwenarbeid
  • Lage lonen
  • Lange werktijden
  • Geen sociale zekerheid
    Invaliden afhankelijk familie/armenzorg 
  • Fabrieksbazen en opzichters hebben alle macht
    Mishandeling en verkrachting dagelijkse kost 

Slide 7 - Slide

De sociale kwestie
  • Bezorgdheid in de samenleving over armoede
    Krotwoningen, slechte hygiëne, geregeld uitbraak ziekten
  • 'Neergang maatschappij'
    Alcoholisme, prostitutie, hoge kindersterfte (30-50% sterfte voor 5e levensjaar)
  • Overheid bemoeide zich er niet mee
    Economische vrijheid te belangrijk
  • Idee ontstaat dat er iets gedaan moet worden:
    1. Vakbonden
    2. Politieke stromingen


Slide 8 - Slide

Reactie 1 op sociale kwestie: vakbonden
  • Vakbonden: Samen staan we sterk!
  • Verboden door overheid
    Belemmering vrije economie, 
  • In Engeland: de chartisten
    Tegen alcoholisme/verloedering
    Voor algemeen kiesrecht voor mannen

Slide 9 - Slide

Reactie 2 op sociale kwestie: politiek-maatschappelijke stromingen
  • Socialisme, strijdt voor: 
    Betere woon- en werkomstandigheden
    Hogere lonen
    Gelijke rechten

  • Rond 1914 (Eerste Wereldoorlog) splitsing binnen socialisme
    Marxisme-communisme
    Sociaaldemocratie

Slide 10 - Slide

Wie was Karl Marx? 
  • Geboren in Trier, Duitsland (1818)
  • Getrouwd in 1843, 3 kinderen
  • Econoom, filosoof, journalist, geschiedkundige, politiek theorist, socioloog, socialistisch revolutionair
 

Slide 11 - Slide

Wat is historisch materialisme? 
  • Geschiedenis van de mens is van de onderdrukker vs. onderdrukte
  • Ontwikkeling samenlevingen gevormd door onderbouw (productiekracht vs. productieverhoudingen)
  • Productiekracht (natuurlijke hulpbronnen, techniek, mensen)
  • Productieverhoudingen (zij die macht hebben over productiekracht/eigendom)
    Eigendom, of gebrek eraan, bepaalt je klasse
  • Onbalans in geschiedenis (leidt tot geweld) 

Slide 12 - Slide

Marxisme in zijn eigen tijd 

  • Tegenstelling vergroot in de 19e eeuw --> kapitalisten vs. arbeiders
    Klassenstrijd (Bourgeoisie vs. proletariaat)
  • Bourgeoisie: zij die productiemiddelen (fabrieken) in handen hebben --> vergaren rijkdom
  • Proletariaat: (arme) fabrieksarbeiders --> overleven door arbeid te leveren
  • Sociale omstandigheden blijven verslechteren (Verelendung), tot ...
  • Proletariaat komt in opstand --> neemt productiemiddelen over, bourgeoisie verdwijnt
  • Leidt tot klasseloze samenleving (heilstaat)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Piramide der tirannie 
Leg uit of de stelling klopt: 'De piramide laat zien hoe Karl Marx en Friedrich Engels de arbeiderssituatie zagen, maar ook hoe dit probleem volgens hen kon worden opgelost.'

  • Marx en Engels zagen de arbeiders als ruggengraat van de maatschappij: zij dragen alle lasten (het probleem). Arbeiders moeten hier tegen in opstand komen (oplossing)

Slide 15 - Slide

2B. Sociaaldemocratie
  • Marxisten voor wie revolutie te ver ging
  • Overeenkomsten: Zelfde idealen als communisten 
    Opkomen voor de armen
    Bereiken klasseloze samenleving
  • Verschil: Ideaal bereiken door parlementaire weg
    Kiesrecht voor arbeiders
  • Invloed sociaaldemocratie en enkele liberalen leidde tot sociale wetgeving
    Afschaffing kinderarbeid onder 12 jaar (Kinderwetje van liberale Van Houten) + leerplichtwet 1901 
    Pensioenwet, werkloosheidswet, ziektewet
    8-urige werkdag (40-urige werkweek) 
  • Invloed marxisme-communisme: splitsing wereld in kapitalistische staten vs. communistische staten (hoofdstuk 9). 

Slide 16 - Slide

Samenvattende video
(volgende slide)
Wat is het socialisme en welke stromingen zijn daarin te onderscheiden? 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Extra opdrachten
1. Beschrijf en verklaar de levensomstandigheden van arbeiders in de 19e eeuw
2. Verklaar waarom de midden-en hoge burgerij zich zorgen maakten over de sociale kwestie en de rol van de overheid hierin
3. Geef het verband aan tussen the People's Charter en de opkomst van vakbonden
4. Geef een overeenkomst en een verschil tussen de politieke doelstellingen van communisten en sociaaldemocraten
5. Bekijk bron 16 en leg uit of de volgende stelling klopt: "Bron 16 laat zien hoe Karl Marx en Friedrich Engels de arbeiderssituatie zagen, maar ook hoe dit probleem volgens hen kon worden opgelost." 

Slide 19 - Slide

Antwoorden extra opdrachten
1. Het gemiddelde arbeidersgezin leefde armoedig, in onhygiënische omstandigheden. Deze omstandigheden werden veelal veroorzaakt door de lage lonen en de macht van fabrieksbazen. 
2. Mensen die voor hun beroep in arbeiderswijken kwamen waren bezorgd om de hygiëne en volksgezondheid. Uitbraken van ziekten waren een bedreiging voor de samenleving. De (liberale) overheid zag voor zichzelf geen rol in het oplossen van de problemen. Dit zagen zij als belemmering van de vrije economie. 
3. The People's Charter is een van de vroegste voorbeelden waarin arbeiders massaal verandering eisen door middel van een vakbond. 
4. Overeenkomst: zij hadden beide de klasseloze samenleving als ideaal. Verschil: communisten wilden deze klasseloze samenleving behalen door revolutie, sociaaldemocraten door middel van democratie
4. Geef een overeenkomst en een verschil tussen de politieke doelstellingen van communisten en sociaaldemocraten
5. Marx en Engels zagen de arbeiders als ruggengraat van de maatschappij: zij dragen alle lasten (het probleem). Arbeiders moeten hier tegen in opstand komen (oplossing). 

Slide 20 - Slide