Muziek (introductie thema)

Disk thema "muziek"
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Disk thema "muziek"

Slide 1 - Slide

Introductie en doel van de les 
muziek

Dit hoofdstuk gaat over muziek.

Aan het eind van de les ken je de betekenis van nieuwe woorden en kun je zinnen maken met die woorden.

Slide 2 - Slide

Uitleg van nieuwe woorden 
1.  Lees het woord
2.  Lees de betekenis(sen)
3.  Lees de voorbeeldzin(nen)
4.  Bekijk de plaatjes

Slide 3 - Slide

muziek

Slide 4 - Mind map

de discotheek
een plaats waar je kunt dansen op popmuziek

Slide 5 - Slide

Maak een zin met het woord:
de discotheek

Slide 6 - Open question

enthousiast
als je ergens veel zin in hebt of iets heel leuk vindt

Slide 7 - Slide

Maak een zin met het woord:
enthousiast

Slide 8 - Open question

de favoriet
het leukst van alles of iedereen

Slide 9 - Slide

Maak een zin met het woord:
de favoriet

Slide 10 - Open question

de achtergrond
1. Wat je achteraan ziet.
Op de foto zie je flats op de achtergrond.

2. Wat je vroeger gedaan hebt.
Zal ik iets over mijn achtergrond vertellen?
Ik was vroeger ............... .

Slide 11 - Slide

Maak een zin met het woord:
de achtergrond

Slide 12 - Open question

de artiest
iemand die optreedt voor publiek.

Slide 13 - Slide

Maak een zin met het woord:
de artiest

Slide 14 - Open question

momenteel
Nu, op dit moment

Slide 15 - Slide

Maak een zin met het woord:
momenteel

Slide 16 - Open question

de conclusie
Het eindoordeel, het besluit dat je neemt na goed nadenken.
Ons plan werkt niet. De conclusie is dat we een nieuw plan moeten maken.

Slide 17 - Slide

Maak een zin met het woord:
conclusie

Slide 18 - Open question

het drankje
Wat je kunt drinken, een glaasje met drank erin.
Mag ik je een drankje aanbieden? Ik heb cola en limonade.

Slide 19 - Slide

Maak een zin met het woord:
drankje

Slide 20 - Open question

traag
langzaam

Slide 21 - Slide

Maak een zin met het woord:
traag

Slide 22 - Open question

Maak oefening 
1, 2 en 3 op bladzijde 
99 en 100 van je boek.

Slide 23 - Slide

BEN JE KLAAR?
Ga dan verder met oefening 6 en 7 op bladzijde 102 en 103.

Slide 24 - Slide

Noem minstens twee dingen die je hebt geleerd in deze les.
timer
2:30

Slide 25 - Open question

Noem een verbeterpunt voor deze les.
timer
2:00

Slide 26 - Open question