This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom 3G!
Ga lekker zitten volgens de plattegrond.
Leg het volgende vast op tafel:
Nieuw Nederlands + schrift
leesboek
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
Slide 3 - Slide
Deze les
Grammatica H2: Samentrekking
Aan het eind van de les:
weet je wat een samentrekking is;
kun je verschillende soorten samentrekkingen herkennen en gebruiken.
Slide 4 - Slide
Werkblad nakijken
Slide 5 - Slide
Samentrekking
Wat is een samentrekking?
Een woorddeel, woord of een zinsdeel wordt weggelaten, omdat het ook elders in de zin voorkomt.
Slide 6 - Slide
Samentrekking
Wat is een samentrekking?
Een woorddeel, woord of een zinsdeel wordt weggelaten, omdat het ook elders in de zin voorkomt.
Waarom zou je iets weglaten?
Door (een deel van) het woord of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren.
Slide 7 - Slide
Samentrekking
voorwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke woord blijft in het eerste deel van de samentrekking staan (een antieke lamp en een moderne)
achterwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke woord wordt genoemd in het laatste deel van de samentrekking en daarvoor weggelaten (binnen- en buitenland)
Slide 8 - Slide
een goedkope armband en een dure
A
voorwaartse
B
achterwaartse
Slide 9 - Quiz
in voor- en tegenspoed
A
voorwaartse
B
achterwaartse
Slide 10 - Quiz
kleine en grote landen
A
voorwaartse
B
achterwaartse
Slide 11 - Quiz
feestmutsen en -neuzen
A
voorwaartse
B
achterwaartse
Slide 12 - Quiz
Samentrekking
Samentrekkingen komen voor op drie niveaus:
woordniveau: zon- en feestdagen (streepje)
woordgroepsniveau: dure auto's en huizen (geen streepje)
zinsniveau: Iris volleybalt op zaterdag Peter op zondag.
Slide 13 - Slide
keukenstoel en -tafel
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 14 - Quiz
hoge en lage bergen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 15 - Quiz
De jongen schreeuwt en rent.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 16 - Quiz
Aan de slag!
Maak de volgende opdrachten zelfstandig:
Cursus 5 Grammatica §3: opdr. 1, 3 en 5
Klaar?
Maak een samenvatting van de theorie van §3 of ga lezen in je leesboek.