1HV_Chapitre2_Révision

Programme
21 mars

Parler
Révision Vocabulaire et grammaire
Les nombres

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programme
21 mars

Parler
Révision Vocabulaire et grammaire
Les nombres

Slide 1 - Slide

Tu préfères quoi?

Slide 2 - Slide

Tu préfères quoi?

Slide 3 - Slide

Tu préfères quoi?

Slide 4 - Slide

C'est quoi?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

timer
3:00

Slide 7 - Slide

Traduis les mots!
  1. ook
  2. het vlees
  3. eet smakelijk
  4. het kind
  5. het strand
  6. morgen
  7. de bakkerij
  8. ik heb honger





  1. aussi
  2. la viande
  3. bon appétit
  4. l'enfant
  5. la plage
  6. demain
  7. la boulangerie
  8. j'ai faim

Slide 8 - Slide

Remplis/Traduis les verbes
  1. je (chercher)
  2. il (regarder)
  3. nous (aimer)
  4. zij vindt
  5. jullie helpen
  6. wij vragen
  7. ik eet

  1. je cherche
  2. il regarde
  3. nous aimons
  4. elle trouve
  5. vous aidez
  6. nous demandons
  7. je mange

Slide 9 - Slide

Les nombres
30 = trente
40 = quarante
50 = cinquante
60 = soixante

31 = trente-et-un
32 = trente-deux

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Exercice 25

Slide 12 - Slide

Au travail! Chapitre 2
Slim Stampen: Voca A + B + E + F
Slim Stampen: Grammaire D

Grammatica-Filmpjes kijken: Paragraaf D, ex. 16b
Bilan: vraag 2-3A-9-10

Slide 13 - Slide

Programme
22 mars

Leestekst

Révision vocabulaire + grammaire

Leren

Slide 14 - Slide

Questions
... neemt vaak iets voor een ander mee.
... vindt zijn/haar winkel deftig.
... vindt zijn/haar winkel goedkoop.
... woont om de hoek van zijn/haar winkel.
... is erg lang in zijn/haar winkel.



Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Traduis
  1. altijd
  2. nu
  3. beroemd
  4. boodschappen doen
  5. nieuw
  6. de afspraak

  1. toujours
  2. maintenant
  3. célèbre
  4. faire les courses
  5. nouveau, nouvelle
  6. le rendez-vous

Slide 17 - Slide

Remplis
  1. je (aider)
  2. nous (acheter)
  3. vous (regarder)
  4. il (aimer)
  5. elles (adorer)
  6. tu (chercher)

  1. j'aide
  2. nous achetons
  3. vous regardez
  4. il aime
  5. elles adorent
  6. tu cherches

Slide 18 - Slide

Les nombres
  1. quarante-trois
  2. cinquante-et-un
  3. vingt-huit
  4. trente-sept
  1. 43
  2. 51
  3. 28
  4. 37

Slide 19 - Slide

Leren

Lezen

Slide 20 - Slide

Hoe leer jij?
  • Overschrijven: let ook op accenten, lidwoorden, spelling
  • Overhoorprogramma's: slim stampen, wrts, quizlet
  • Laten overhoren door familie of vrienden
  • Oefeningen uit werkboek nog een keer maken (kan ook online)
  • Hardop naspreken
  • Ezelsbruggetjes bedenken
  • woordkaartjes maken
  • Plaatjes erbij tekenen of online zoeken
  • Herhalen, herhalen, herhalen!

Slide 21 - Slide

Bonne chance!!
Chapitre 2:
Voca A + B + E + F
Grammaire D

Slide 22 - Slide