Thema wonen taak 2

Uitleg taak 2
In deze taak ga je:

  • rekenen met bedragen en procenten om inzicht te krijgen in geldzaken;
  • uitrekenen hoeveel korting je krijgt;
  • informatie selecteren om een vraag te beantwoorden.


1 / 23
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Uitleg taak 2
In deze taak ga je:

  • rekenen met bedragen en procenten om inzicht te krijgen in geldzaken;
  • uitrekenen hoeveel korting je krijgt;
  • informatie selecteren om een vraag te beantwoorden.


Slide 1 - Slide

Breuken en procenten. 
Er zijn 28 vakjes rood.
28 vakjes van de 100 vakjes. 

DUS: 28/100ste 

DUS: 28%  

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

welke breuk hoort bij 1 op de 4

Slide 4 - Open question


Welke breuk zie je hier?
A
1/1
B
4
C
2/4
D
1/4

Slide 5 - Quiz


Welke breuk zie je hier?
A
1/5
B
3/5
C
3/6
D
3/4

Slide 6 - Quiz


3 / 10 betekent
A
10 van de 3
B
3 +10
C
3 van de 10
D
3 x10

Slide 7 - Quiz


Welke twee breuken zie je hier?
A
1/3 en 3/3
B
1/3 en 2/3
C
1/2 en 2/3
D
1/5 en 1/3

Slide 8 - Quiz


Deze breuk kunnen we  omschrijven als......
A
4 van de 9
B
5 van de 9
C
9 van de 5
D
5 van de 10

Slide 9 - Quiz

1/5 = ...... %

Slide 10 - Open question

1/4 = .....%

Slide 11 - Open question

3/4 =.......%

Slide 12 - Open question

Hoeveel % van deze
cirkel is gekleurd?
A
30%
B
40%
C
60%
D
70%

Slide 13 - Quiz

60%
1/4
1/5
6/10
3/4
4/5
80%
25%
20%
75 %

Slide 14 - Drag question

25%
75%
3/4
1/2
50%
1/4
Driekwart
Kwart
Helft

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Video

1. Een percentage berekenen

Een jas van 59 euro krijgt 35% korting
 
100% = €59  
 1 % = € 59 / 100 = € 0,59 
35% = € 0,59 x 35 = € 20,65 korting

Slide 17 - Slide

Met de verhoudingstabel
%
100
1
35
59
0,59
20,65
:100                x35
:100                 x35

Slide 18 - Slide

Een fiets kost normaal € 630.
Je krijgt 30% korting.
Hoeveel kost de fiets nu?
A
€ 189
B
€ 420
C
€ 210
D
€ 441

Slide 19 - Quiz

Met de verhoudingstabel
%
100
1
30
630
6,30
189
:100                x30
:100                x30
Snelle berekening:  630 : 100 x30 = 189 (KORTING)

Slide 20 - Slide

Hoeveel is 38% van 75

Slide 21 - Open question

Ik begrijp nu hoe ik een percentage kan berekenen
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Aan de slag!
  • klik in het menu links op lesmateriaal
  • Kies voor de methode  Startrekenen MBO - niveau 2 

  • Kies bovenin het thema Wonen
  • Ben je al klaar met taak 1 - boodschappen doen??
  • Begin dan aan taak 2 - wat kun je kopen?

Slide 23 - Slide