This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Waar zal de tekst over gaan?
Slide 2 - Open question
Sponsorloop
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Slide
We gaan de tekst lezen
Slide 5 - Slide
Kijk naar de vraagtekens die je bij de tekst hebt gezet.
Welke vraag had je erbij?
Heb je het antwoord gevonden in de tekst of kan je zelf een antwoord bedenken?
Slide 6 - Slide
Hoeveel alinea's heeft het kopje: Hoe werkt het?
A
1
B
3
C
2
Slide 7 - Quiz
Hoe werkt het.
Hoe werkt het? Bedenk voor de 1e alinea een eigen kopje. Begin met: Hoe ....?
Slide 8 - Open question
Hoe werkt het? Bedenk voor de 2e alinea een eigen kopje. Begin met: Hoe ....?
Slide 9 - Open question
Hoe werkt het? Bedenk voor de 3e alinea een eigen kopje. Begin met: Hoe ....?
Slide 10 - Open question
Hoe werkt het? Je doet niet alles tijdens de sponsorloop. Sommige dingen doe je op andere momenten. Wanneer doe je die dingen?
A
vóór de sponsorloop
B
na de sponsorloop
C
vóór en na de sponsorloop
D
de volgende schooldag
Slide 11 - Quiz
Stel jij doet mee... Je vader betaalt €1,- per stempel. Jij haalt 8 stempels. Hoeveel moet hij betalen? Vul ook het formulier in.
Slide 12 - Open question
Stel jij doet mee... Je oma betaalt €2,- per stempel, maar met een maximum van €15,- Jij haalt 8 stempels. Hoeveel moet zij betalen? Vul ook het formulier in.
A
€14,-
B
€15,-
C
€16,-
D
€17,-
Slide 13 - Quiz
De buurvrouw betaalt een vast bedrag van €7,50. Jij haalt 8 stempels. Vul het formulier in.