Hoofdstuk 4 bedrijfseconomie 2

Bedrijfseconomie
Resultatenrekening
Samenhang tussen de balans en de resultatenrekening
Rechtsvormen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bedrijfseconomie
Resultatenrekening
Samenhang tussen de balans en de resultatenrekening
Rechtsvormen

Slide 1 - Slide

24/6 planning 
24/6 online les
laatste weektaak: 4.10 t/m 4.12
1/7 laatste les met zijn allen

reparatiepakketjes hoofdstuk 3 : inleveren 1 juli (digitaal!)
invulling laatste lesweek (7/7 en 8/7 ) volgt later. 
 

Slide 2 - Slide

Een momentopname van de bezittingen en het vermogen.
Een overzicht van de kosten en opbrengsten in een bepaalde periode.
Resultatenrekening
Balans
stroomgrootheden
voorraadgrootheden

Slide 3 - Drag question

Stroomgrootheden
(resultatenrekening)
Voorraadgrootheden
(balans)
inkoopkosten
energiekosten
banksaldo
omzet
winst
verlies
huurkosten
afschrijvingskosten
voorraad
debiteuren
leverancierskrediet
hypotheeklening
eigen vermogen
vreemd vermogen
loonkosten
inventaris

Slide 4 - Drag question

Resultatenrekening (RR)
Overzicht van kosten en opbrengsten in een periode.
Ook de winst (of het verlies) vind je terug op de RR.

Een vooraf opgestelde RR met daarin de verwachte kosten en opbrengsten heet een begroting.

Slide 5 - Slide

Resultatenrekening (RR)
kosten
januari
2020
opbrengsten
inkoopkosten
3.000
omzet
4.000
rente
250
huur 
500
afschrijvingen
500
saldo
saldo
totaal
totaal
4.500

Slide 6 - Slide

Resultatenrekening (RR)
kosten
januari
2020
opbrengsten
inkoopkosten
3.000
omzet
4.000
rente
250
huur 
500
afschrijvingen
500
winst
750
totaal
4.500
totaal
4.500

Slide 7 - Slide

Maak de resultatenrekening compleet.
kosten
januari
2020
opbrengsten
inkoopkosten
1.500
omzet
2.000
rente
250
rente
100
afschrijvingen
500
saldo
saldo
totaal
totaal
2.100
2.250
150

Slide 8 - Drag question

samenhang balans en RR
beginbalans --> resultatenrekening --> eindbalans

Veranderingen t.o.v. de beginbalans zie je terug op de RR m.u.v. 
aflossingen en opnames voor privé doeleinden:
  • door af te lossen verandert het vreemd vermogen,
  • door privé opnames verandert het eigen vermogen.



Slide 9 - Slide

kosten
februari
2016
opbrengsten
inkoopprijs verkocht ijs
1.600
omzet
4.000
afschrijving ijscokar
400
rente
160
saldo winst
totaal
totaal
activa
1 februari
2016
passiva
ijscokar
2.000
eigen vermogen
1.200
voorraad ijs
600
lening
1.600
banksaldo
600
crediteuren
400
totaal
3.200
totaal
3.200
activa
1 maart
2016
passiva
ijscokar
eigen vermogen
voorraad ijs
lening
1.500
banksaldo
crediteuren
100
totaal
totaal
Van de winst blijft 200 in het eigen bedrijf.
1.600
1.400
600
4000
3000
1.840
800

Slide 10 - Drag question

antwoorden
winst = opbrengsten - kosten = 4.000 - 1.600 - 400 - 160 = 1.840
banksaldo = 600 + 4.000 - 1.600 - 160 - 100 - 300 - 1.640 = 800

berekening eigen vermogen op twee manieren:
Eigen vermogen = 1.200 + 200 = 1.400
Eigen vermogen = 3.000 - 1.500 - 100 = 1.400

Slide 11 - Slide

Rechtsvormen (paragraaf 4.5)
eenmanszaak en vennootschap onder firma (vof)
* bedrijf en eigenaar zijn dezelfde rechtspersoon,
* inkomen wordt gezien als arbeidsinkomen in box 1.

besloten vennootschap (bv) en naamloze vennootschap (nv)
* bedrijf is zijn eigen rechtspersoon met eigen vermogen in aandelen,
* over de winst wordt vennootschapsbelasting betaald,
* inkomen (dividend) wordt gezien als kapitaalinkomen  in box 2 of 3.

Slide 12 - Slide

Welke ondernemingsvorm heeft altijd maar één eigenaar?
A
eenmanszaak
B
vof
C
bv
D
nv

Slide 13 - Quiz

Kan een eenmanszaak personeel in dienst hebben?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Bedrijven waarvan de aandelen beursgenoteerd zijn, hebben altijd de rechtsvorm
A
eenmanszaak
B
vof
C
bv
D
nv

Slide 15 - Quiz

Als een vof failliet gaat, kunnen de schuldeisers beslag leggen op het privé vermogen (zoals een huis).
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Betaalt een vof vennootschapsbelasting?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Als je aandelen van een bedrijf hebt (bv of nv) mag je meebeslissen in de aandeelhoudersvergadering.
A
juist

Slide 18 - Quiz

Tot volgende week
Succes met de weektaak en de laatste reparatieopdrachten!
1/7 laatste klassikale online les (en inleverdatum laatste pakketjes)

Slide 19 - Slide