Lundi 15 mai 2023

1 / 51
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,3

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We storen niet bewust de les (door bijvoorbeeld propjes te gooien of door de klas te schreeuwen)

Slide 3 - Slide

Planning lesuur
Korte overhoring vocabulaire F hoofdstuk 5
Leestips
Oefenen met leesvaardigheid klassikaal
Huiswerk bron F opdracht 24abcde nakijken
Oefenen met leesvaardigheid individueel
Huiswerk voor de komende weken (tot aan de leestoets)

Slide 4 - Slide

Lesdoelen:
- Ik weet hoe ik het lezen van een Franse tekst aanpak.
-Ik ken de woordjes (vocabulaire F) van hoofdstuk 5 van Fr naar Nl
-Ik weet hoe ik het stappenplan bij lezen gebruik.
- Ik kan een tijdschriftartikel over vakantie begrijpen.
- Ik kan een mailwisseling over vakantie begrijpen.
-Ik weet wat mij te wachten staat voor de leestoets op 5 juni

Slide 5 - Slide

Geef de betekenis van:
'' la santé''

Slide 6 - Open question

Geef de betekenis van:
'' le corps''

Slide 7 - Open question

Geef de betekenis van:
'' le sucre''

Slide 8 - Open question

Geef de betekenis van:
'' les réseaux sociaux (vmv)''

Slide 9 - Open question

Geef de betekenis van:
'' le but''

Slide 10 - Open question

Geef de betekenis van:
'' musclé(e)''

Slide 11 - Open question

Geef de betekenis van:
'' faire attention''

Slide 12 - Open question

Geef de betekenis van:
'' commencer''

Slide 13 - Open question

Geef de betekenis van:
'' sauf''

Slide 14 - Open question

Geef de betekenis van:
'grâce à''

Slide 15 - Open question

Geef de betekenis van:
''partout''

Slide 16 - Open question

Geef de betekenis van:
''la viande''

Slide 17 - Open question

Geef de betekenis van:
''c'est pourquoi''

Slide 18 - Open question

Leren lezen in het Frans.
Hoe pak je dat aan? 6 tips.

Maak aantekeningen in je schrift.

Slide 19 - Slide

tip = tuyau
1. Let op de plaatjes. Wat zeggen die?

Slide 20 - Slide

tip / tuyau
2. Let op de kop en de titels. Die zeggen je heel veel.

Slide 21 - Slide

tip / tuyau
3. Let op de eerste of laatste zin van de alinea.

Slide 22 - Slide

tip / tuyau
4. zorg dat je veel woordjes kent

or = goud
qui = wie
ans = jaren

Slide 23 - Slide

tip / tuyau
5. gebruik de hulpwoorden

(die staan vaak naast de tekst of eronder)

Slide 24 - Slide

tuyau / tip
6. raad woorden of zoek een woord dat vaak terugkomt op in je woordenboek

interglot.nl
mijnwoordenboek.nl
Google translate

Slide 25 - Slide

tips voor lezen
Welk antwoord is onjuist?
A
let op de kop en titels
B
zoek elk woord op in het woordenboek
C
zorg dat je veel woorden kent
D
woorden raden

Slide 26 - Quiz

tips voor lezen
Welk antwoord is onjuist?
Een goed woordenboek is...
A
Google translate
B
interglot
C
mijnwoordenboek.nl
D
van Dale F-N

Slide 27 - Quiz

tips voor lezen
Welk antwoord is onjuist?
De belangrijkste informatie vind je...
A
in de kop en titels
B
overal
C
in de eerste zin van de alinea
D
in de laatste zin van de alinea

Slide 28 - Quiz

Wat is oriënterend lezen volgens jou?

Slide 29 - Open question

Oriënterend lezen
Kijken naar titel, afbeeldingen
en kijken wat voor een tekst het is.

Slide 30 - Slide

Wat is globaal lezen volgens jou?

Slide 31 - Open question

Globaal lezen
Ik lees de inleiding, het slot, de tussenkopjes en de eerste en laatste zin van elke alinea.

Slide 32 - Slide

Wat is intensief lezen volgens jou?

Slide 33 - Open question

Intensief lezen
Ik lees alles van de tekst.

1e keer: lezen en enkele belangrijke woorden onderstrepen/arceren

2e keer: lezen en enkele belangrijke zinnen onderstrepen

Slide 34 - Slide

tekst lezen
  1. Lees de titel
  2. bekijk de afbeeldingen
  3. wat voor een soort tekst is het?
  4. lees de inleiding en het slot?
  5. Wie? wat? waar? wanneer? waarom en hoe? 

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link

Waar gaat de tekst over?
Noem er drie.
Welke tip geeft ze?

Slide 37 - Slide

Compréhension écrite

Slide 38 - Slide

Beantwoord de vragen van de voorgaande slide
  1. Wat willen inwoners van een zestigtal russische steden niet?
  2.  Wat vertegenwoordigt de vlag van Oekraïne en waarom?
  3. Wat gebeurt er in Rusland met de winkels?
  4. Wat is Zelensky (zo compleet mogelijk, 3 dingen)

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Vul de zin aan, kies uit: famille, petit-déjeuner, santé, sport, sucre...:
Laura ne parle pas de ........

Slide 41 - Open question

Slide 42 - Slide

vrai
faux
On ne sait pas
Laury est une journaliste sportive
Laury fait plusieurs sports
Laury prend toujours la même smoothie le matin
Laury cuisine bien
Laury aime beaucoup lire
Laury pense que les filles sont plus athlétiques que les garçons

Slide 43 - Drag question

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
Je moet altijd ontbijten.
B
Je moet elke dag sporten.
C
Je moet sporten om af te vallen.
D
Je moet sporten om gezond te blijven.

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Slide

Quelle est la différence entre les filles et les garçons selon Laury?

Slide 48 - Open question

Quel est le point commun (gemeenschappelijk) entre les filles et les garçons, selon Laury?

Slide 49 - Open question

En nu....?
Er staat een Lesson Up voor jullie klaar die jullie zelfstandig kunnen doorlopen. De link hiervan vind je in Itslearning bij overzicht of in de planner van deze week (15 mei)
Maak deze met behulp van de tips die je hebt gekregen.
Huiswerk voor 22 mei:
Maak de Lesson Up (af) + Leer van hoofdstuk 1,2,3 en 5 vocabulaire B en F van Frans naar Nederlands
Huiswerk voor 5 juni: DE LEESTOETS!!!!!
Oefen met leesvaardigheid, gebruik hiervoor Bron B en F van ieder hoofdstuk (1,2,3 + 5) + gebruik hoofdstuk 4
Leer van hoofdstuk 1,2,3 en 5 bron B en F van Frans naar Nederlands

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide