9BC. 7 okt: tekst bespreken + taalverzorging en dictee

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
Welkom havo 3
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Niet starten met NUMO
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
Welkom havo 3
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Niet starten met NUMO

Slide 1 - Slide

Vandaag maandag 7 oktober: 
  • Aan de slag met de tekst
  • Taalverzorging
  • Numo

Slide 2 - Slide

Pak je huiswerk en de tekst erbij
Eerst de antwoorden bespreken, dan aan de slag. 

Slide 3 - Slide

7a. Wat voor soort tekst verwacht je op basis van de titel? 
  • Volgens de titel van je als lezer iets leren, dus het lijkt te gaan om een informerende tekst.
7b. Wat is het onderwerp van de tekst?
  • anderen overtuigen

Slide 4 - Slide

10. Welk overtuigingsmiddel werkt volgens de tekst het best? Leg uit. Ethos, logos of pathos?
  • Pathos werkt het best, want: 
  • volgens de tekst is: inspelen op de emoties van mensen een manier om hen te overtuigen. 
  • Ethos niet, want: het heeft niet te maken met eerlijk en betrouwbaar overkomen als spreker.
  • Logos niet, want: het heeft niet te maken met argumenten en redeneren.  

Slide 5 - Slide

Kijk je eigen antwoorden na, antwoorden van 12 komen later.

Slide 6 - Slide

Aan de slag met opdracht 9

Slide 7 - Slide

timer
4:00
  • Maak opdracht 9a en:
  • Welke manier van aandacht trekken wordt gebruikt in de inleiding? 

Slide 8 - Slide

9a. 
  • inleiding: alinea 1
Welke manier van aandacht trekken? 
  • voordeel voor de lezer > manieren om het gedrag te veranderen.
  • middenstuk: alinea 2
  • slot: alinea 6

Slide 9 - Slide

timer
2:00
  • Maak opdracht 9b: 

Slide 10 - Slide

9b. Waarom lukt het volgens alinea 1 vaak niet om een ander ergens van te overtuigen?

  • Veel van onze instincten om anderen te beïnvloeden sluiten niet aan op de manier waarop de geest en het brein werken (alinea 2).

Slide 11 - Slide

timer
2:00
  • Maak opdracht 9c: 

Slide 12 - Slide

9c. Welke twee synoniemen voor hersenen worden gebruikt in alinea 2?
  • c. het brein
  • die kronkelige massa

Slide 13 - Slide

9c. Welke twee synoniemen voor hersenen worden gebruikt in alinea 2?
  • het brein
  • die kronkelige massa

Slide 14 - Slide

timer
4:00
  • Maak opdracht 9d en 9e: 

Slide 15 - Slide

9d. Welke twee manieren van overtuigen werken volgens alinea 3 en 4 niet?
  • 1. het oproepen van angst (alinea 3)
  • 2. het focussen op bewijs niet (alinea 4)
9e. Welke twee manieren van overtuigen werken wel? >>
beide alinea 5.
  • 1. Inspelen op emoties in plaats van op feiten werkt wel (hier blijkt het pathos ook uit)
  • 2. Ook het benadrukken van de positieve kanten van iets in plaats van de angst ervoor proberen weg te nemen werkt wel.

Slide 16 - Slide

In opdracht 12 maak je een schematische samenvatting. Hierbij helpen opdrachten 9d en 9e heel erg! Pak je huiswerk erbij:

Nakijkmodel:


Slide 17 - Slide

12. schematische samenvatting

Anderen overtuigen
Waarom? 
> Aanleiding: inentingen (bijzaak, maar hoop voorbeelden)
> Aanleiding: boek geschreven door Tali Sharot
Hoe wel: 
1. Inspelen op emoties
2. Benadruk de positieve kanten van iets
Hoe niet: 
1. Door angst op te roepen
2. Door te focussen op bewijzen en cijfers


Slide 18 - Slide

timer
4:00
  • Maak opdracht 9f, g en h: 

Slide 19 - Slide

9f. Wat is het tekstverband tussen alinea 3 en 4? En welk signaalwoord?
  • opsomming
  • het signaalwoord 'ook'.
9g. Leg in je eigen woorden uit wat dit betekent: "Laat je hun gevoelens links liggen, dan is de oproep tot actie gedoemd te mislukken."
  • Iets links laten liggen = ergens niets mee doen. 
  • Als je mensen probeert te overtuigen om iets te doen, dan lukt dat vaak niet als je niet inspeelt op hun emoties.

Slide 20 - Slide

9h. Hoe sluit de auteur deze tekst af? 
  • De auteur sluit de tekst af met een vraag: als we straks allemaal steengoede ‘influencers’ zijn, blijft er dan nog wel iemand over om te beïnvloeden? >>> of:
  • De auteur sluit de tekst af met een uitsmijter: de auteur gebruikt de vraag slechts als retorische vraag, waardoor het een uitsmijter is. 

Slide 21 - Slide

Taalverzoring
Eerst regels, dan oefenen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Open je laptop en log in op LessonUp

Slide 29 - Slide

Maak een samenstelling van
TikTok + dansje

Slide 30 - Open question

Maak een samenstelling van
voice + mail + bericht

Slide 31 - Open question

Maak een samenstelling van
rund + vlees

Slide 32 - Open question

Maak een samenstelling van
rund + gehakt

Slide 33 - Open question

Maak een samenstelling van
a. lam + gehakt
b. lam + vlees

Slide 34 - Open question

Maak een samenstelling van
uit + wedstrijd

Slide 35 - Open question

Maak een samenstelling van
rood + wijn + glazen
Tip: gebruik het plaatje hierachter

Slide 36 - Open question

Maak een samenstelling van
rood + wijn + glazen
Tip: gebruik het plaatje hierachter

Slide 37 - Open question

Sluit je laptop
Houd 'm op tafel, je hebt 'm misschien nog nodig. 

Slide 38 - Slide

Dictee
Nodig: 
map + pen

Docent leest voor
Leerling schrijft alles op.
5 zinnen, per zin
Elke zin wordt herhaald. 

Slide 39 - Slide

Kijk je eigen tekst na:
1. Tijdens het scrollen op sociale mediakanalen kwamen de meest uiteenlopende video's langs. 2. Op het recentste Instagramfilmpje zag ik hoe een jongen de verrukkelijkste cranberry's wegsnoepte. 3. Hierna kwam een beeld over hoe bacteriën de wereld overnemen. 4. Dit filmpje werd begeleid met enorm vreemde melodieën. 5. Als laatst zag ik zonnebadende leeuweriken een bad nemen in de Haagse volkstuin

Slide 40 - Slide

Tot einde van de les
Naam: leerlingnummer
Wachtwoord: j+leerlingnummer 

Aan de slag met NUMO

Slide 41 - Slide