Ontdek Kleidung: Leer Kledingsstukken en Voer een Gesprek in een Kledingzaak

Ontdek Kleidung: Leer Kledingsstukken en Voer een Gesprek in een Kledingzaak

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je verschillende kledingsstukken benoemen en een gesprek in een kledingzaak voeren.

Wat weet je al over kleding?

Kledingsstukken

Jurk, broek, shirt, trui, jas, rok, schoenen, sokken

Bijvoeglijke naamwoorden

Blauw, rood, geel, zwart, gestreept, geruit, effen

Gespreksvaardigheden

Begroeten, vragen naar maat, kleur, prijs, bedanken

Voorbeeldgesprek

Verkoopster: 'Goedemiddag, kan ik u helpen?' Klant: 'Ja, ik zoek een rode jurk in maat M.'

Quiz: Kledingsstukken

Laat de leerlingen de juiste kledingsstukken benoemen op afbeeldingen.

Rollenspel Kledingzaak

Verdeel de klas in groepen van verkopers en klanten. Laat ze een gesprek in een kledingzaak improviseren.

Evaluatie

Laat de leerlingen een kledingstuk en bijvoeglijk naamwoord kiezen en hier een zin mee vormen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.