3.1a De kracht van gletsjers

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom M2!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom M2!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag leren:
Een gletsjer is een ijsmassa die heel langzaam van de bergtoppen naar het dal stroomt. Het ijs heeft zoveel kracht dat het het dal uitschuurt.

Leerdoel: Hoe zorgen gletsjers voor erosie en sedimentatie?

Slide 3 - Slide

Wat weet jij over de Alpen?

Slide 4 - Mind map

Lappendeken van ijs.
Alleen allerhoogste puntjes staken er boven uit.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Morene 
Sediment dat wordt vervoerd door gletsjer. 

Slide 9 - Slide

Wat zijn gletsjers?
A
Rivieren van ijs
B
Rivieren van gesteente
C
Diepe dalen
D
Hoge bergen

Slide 10 - Quiz

Hoe ontstaat een gletsjer?
A
Door samengeperst sneeuw
B
Door veel regen
C
Door koud weer
D
Door veel neerslag

Slide 11 - Quiz

Hoe heet het gletsjerpuin dat onder een gletsjer ligt?

A
grondmorene
B
grondpuin
C
grondel
D
eindmorene

Slide 12 - Quiz

gletsjer
poort
eind
morene
gletsjer
rivier
zijmorene
 gletsjer

Slide 13 - Drag question

Aan de slag!
Je gaat aan de slag met de opdrachten van §3.1 in Learnbeat
opdracht: 1 en 2A

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

U-dal

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Dit is een U-dal
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Dit dal is geërodeerd door een...
A
Rivier
B
Gletsjer

Slide 19 - Quiz

Wat is erosie?
A
Het omvallen van bomen.
B
Het uitschuren van rivierbodems door gesteente.
C
Het uitschuren van bergen door gletsjers.
D
Het kleiner worden van bergen.

Slide 20 - Quiz

Het schuren van het landschap door ijs noem je:
A
schuurpapier
B
erosie
C
sedimentatie

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Het neerleggen van materiaal dat meegenomen wordt door ijs
A
erosie
B
puin
C
sedimentatie

Slide 23 - Quiz

Begrippen
Eeuwige sneeuw:  De sneeuw in het hooggebergte die het hele jaar blijft liggen.
Erosie:                   De schurende werking van water, ijs en wind.
Gletsjer:                 Hooggelegen ijsmassa (bijvoorbeeld in een gebergte) die heel langzaam naar 
                               beneden stroomt.
Gletsjerpuin:          Het sediment dat door ijs wordt meegenomen en ergens wordt neergelegd.
Morene:                 Het sediment dat door ijs wordt meegenomen en ergens wordt neergelegd.
Sediment:               Het materiaal - zoals stenen, steentjes, grind, zand en klei - dat water, ijs en wind 
                               meenemen en ergens anders neerleggen.
Sedimentatie:         Het neerleggen van materiaal door water, ijs en wind.
U-dal:                     Dal dat de vorm van een U heeft en is ontstaan door de schurende werking van 
                               een gletsjer.

Slide 24 - Slide

Succescriteria
Wat moet je kennen en kunnen?
  • Je kunt uitleggen waar gletsjers ontstaan.
  • Je kunt uitleggen hoe gletsjerijs ontstaat en beweegt.
  • Je kunt aan de hand van een afbeelding de opbouw van een gletsjer beschrijven.
  • Je kunt uitleggen hoe een gletsjer sediment meeneemt en ergens anders neerlegt.
  • Je kunt de erosie door een gletsjer beschrijven en een U-dal op een afbeelding herkennen.
  • Je kunt beschrijven hoe warme en koude perioden zich in de geologische tijd afwisselen.
  • Je kunt aan de hand van een afbeelding beschrijven hoe een berglandschap kan veranderen door gletsjers.

Slide 25 - Slide