Rivieren nemen grind, zand en klei mee op weg van de bergen naar de zee. Bij hun monding stromen ze steeds langzamer en leggen ze al dit
sediment neer.
Hierdoor vindt je in de Noordzee een dik pak zand en klei.
Door golven of tijdens een storm kan dit weer worden meegenomen en ergens anders worden neergelegd.