Les 5 online

WELKOM
Les 5
18-09-2024

Katarina Hrnjez
katarinahrnjez@gmail.com
0643477708
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NT2HBOStudiejaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

WELKOM
Les 5
18-09-2024

Katarina Hrnjez
katarinahrnjez@gmail.com
0643477708

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Van wie is het? (possesive pronouns)
  • Meervoud (plural)
  • Voornaamwoorden (pronomina)

Slide 2 - Slide

Hoe laat is het?

Slide 3 - Slide

Wanneer?
  • 's morgens
  • 's middags
  • 's avonds
  • 's nachts



Het is een uur 's middags.
Het is een uur 's nachts.

Slide 4 - Slide

Wanneer?
  • 's morgens
  • 's middags
  • 's avonds
  • 's nachts



Het is acht uur 's avonds.
Het is acht uur 's ochtends.

Slide 5 - Slide

Wanneer?

Slide 6 - Slide

09.35

Slide 7 - Open question

00.22

Slide 8 - Open question

19.40

Slide 9 - Open question

04.10

Slide 10 - Open question

19.30

Slide 11 - Open question

21.45

Slide 12 - Open question

06.08

Slide 13 - Open question

22.55

Slide 14 - Open question

11.45

Slide 15 - Open question

15.15

Slide 16 - Open question

Hoe laat is het?

Slide 17 - Slide

Hoe laat ...(v).. jij ...(info)... ?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 20 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden


Ik heb een boek.                         Het is ………..boek.
Jij hebt een boek.                      Het is …… ..…boek.
U hebt een boek.                        Het is…………..boek.
Zij heeft een boek.                     Het is. …..… …boek.
Hij heeft een boek.                     Het is …………..boek.
Wij hebben een boek.               Het is ……….…boek.
Jullie hebben een boek.           Het is…………..boek.
Zij hebben een boek.                 Het is …………boek.

Slide 21 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden
Ik heb een boek.                              Het is ………mijn..boek.
Jij hebt een boek.                           Het is …… ..jouw…boek.
U hebt een boek.                             Het is………uw…..boek.
Zij heeft een boek.                          Het is. …..… haar…boek.
Hij heeft een boek.                         Het is ………zijn…..boek.
Wij hebben een boek.                    Het is ……….ons…boek.
Jullie hebben een boek.              Het is…………jullie..boek.
Zij hebben een boek.                     Het is …………hun boek.

Slide 22 - Slide

Pronomina

Slide 23 - Slide

Voornaamwoorden - object
Ik heb een boek. Het boek is van_______ mij
Jij hebt een boek. Het boek is van_______ jou
U hebt een boek. Het boek is van _______u
Zij heeft een boek. Het boek is van _______haar
Hij heeft een boek. Het boek is van ________hem
Wij hebben een boek. Het boek is van ________ons
Jullie hebben een boek. Het boek is van ________jullie
Zij hebben een boek. Het boek is van ________hen

Slide 24 - Slide

Voornaamwoorden - object
Jij hebt een kopje. Het kopje is van_______
U hebt een boek. Het boek is van _______
Zij heeft een sleutel(=key). De sleutel is van _______
Wij hebben een tafel De tafel is van ________
Ik heb een tas. De tas is van_______
Jullie hebben een auto. De auto is van ________
Zij hebben een huis. Het huis is van ________
Hij heeft een telefoon. De telefoon is van ________

Slide 25 - Slide

Meervoud - 3 groepen
  1. Groep 1: Meervoud +en (schoen – schoenen)
  2. Groep 2: Meervoud +s (tafel – tafels)
  3. Groep 3: Onregelmatig (ei – eieren)





Slide 26 - Slide

Meervoud groep 1: +en

Slide 27 - Slide

Meervoud groep 2: +s

Slide 28 - Slide

Meervoud groep 3: onregelmatig
Voorbeelden:
Het ei – de eieren
Het kind – de kinderen


Lees ook: blauwe boek, pagina 12 en 13





Slide 29 - Slide

Meervoud: oefenen!!!
  • Luister naar de docent
  • Welke woorden zie je in oefening 12? Wat is het meervoud van deze woorden?
  • Schrijf 5 woorden op die je in jouw kamer ziet (enkelvoud). Zeg om de beurt een woord. Een collega geeft het antwoord.




Bijvoorbeeld:
Wat is het meervoud van tafel, Vanda?
Wat is het meervoud van pen, Alex?




Slide 30 - Slide

Meervoud

Slide 31 - Slide

Les 5: de weg vragen

Slide 32 - Slide

Les 5: de weg vragen

Slide 33 - Slide

Les 5: conversatie

Slide 34 - Slide

Dialogen, blz. 59

Slide 35 - Slide

Huiswerk
  • Boek, Les 5 - open gebleven vragen
  •  Boek, Les 5 huiswerk
  • E-learning, Les 5
  • Vertaal de woorden uit les 5

Slide 36 - Slide