Woordenschat- homoniem

H4 Woordenschat

Homoniem

1 / 12

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H4 Woordenschat

Homoniem

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Homoniem

Woorden met meerdere betekenissen noem je een homoniem. Het is belangrijk dat je uit de context (de rest van de zin) de betekenis van het woord haalt.

Slide 3 - Slide

Bedenk zoveel mogelijk homoniemen

Slide 4 - Open question

Zoek het homoniem uit de volgende zinnen: De juryleden prijzen de winnaar. Hij heeft uitstekend gezongen en zijn optreden was leuk om naar te kijken.

Slide 5 - Open question

Noem de twee betekenissen van het homoniem uit de volgende zin:
Ik kan me niet voorstellen dat ik een voldoende voor mijn verslag krijg.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Maken opdracht 1 blz. 110

timer

1:00

Slide 8 - Slide

Antwoorden

1. geldinstellingen

2. koningin

3. zitplek voor op de koets

4. mannetjeskat

Slide 9 - Slide

Wat is het verschil tussen een homoniem en een synoniem

Slide 10 - Open question

Maken opdracht 2, 4, 5, 6 en 7

blz. 111, blz. 112 en blz. 113

Niet af? dan wordt het huiswerk en moet je het afhebben voor de volgende les.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Woordenschat- homoniem

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

More lessons like this

Woordenschat- homoniem

Woordenschat H4

3BK H4 Woorden met meerdere betekenissen

Woordenschat Hfd. 4

WK 40 (2) M3 - H4 WOORDENSCHAT: woorden met meerdere betekenissen

3gt - les 4 Woordenschat H4

Groep 8 4.1

Homoniemen: Woorden met meerdere betekenissen